EO Wijers: eervolle vermelding

Uniek nieuw Nederlands landschap

EO Wijers: eervolle vermelding

Title:

Description:

Naar een energie-producerende landbouw

EO Wijers: eervolle vermelding Plan Ortolaan

De jongste EO Wijers prijsvraag stond in het teken van het realiseren van een energie-neutrale stedendriehoek, het gebied tussen Apeldoorn, Deventer en Zutphen. Hofstra|Heersche heeft samen met Bioniers (Adrie Otte) en Christina Oosterhoff een inzending voorbereid die werd beloond met een eervolle vermelding.


Aanpak

Wetenschappers hebben uitgerekend dat voor elke joule geconsumeerd voedsel zeven joule aan (fossiele) brandstof nodig is om het te produceren, transporteren, verpakken en conserveren. Brandstof voor tractoren maakt 51% van de energievraag uit van de landbouwsector. Omdat het produceren van voedsel zo energie-intensief is, bedachten we voor de overwegend agrarische stedendriehoek een plan om de landbouw om te vormen tot energieproducent.







Toerist in eigen land

‘Plan Ortolaan’ stelt een landbouwsysteem voor dat de energiebehoefte drastisch vermindert, biomassa voor energie als bijproduct levert, de kwaliteit van de bodem verbetert, kringlopen van mineralen sluit en de biodiversiteit van het platteland sterk vergroot. Landbouw volgens Plan Ortolaan is bovendien financieel gezonder dan gangbare landbouw. De boer heeft minder uitgaven aan kunstmest, gewasbeschermingsmiddelen, veevoer en andere bedrijfsmiddelen waardoor bij een lagere omzet het bedrijf toch rendabel is. Naast de financiële voordelen vergroot Plan Ortolaan de landschappelijke kwaliteit in de stedendriehoek.



Aansprekende concepten

De kern van het idee is bio-mimicry: het nabootsen van de natuur. Hoe complexer een ecosysteem, hoe efficiënter de energie uit het zonlicht wordt benut. Een energie-efficiënt landbouwsysteem lijkt dan ook op het van nature ter plekke voorkomende ecosysteem, maar dan nagebouwd met voedselgewassen en landbouwdieren. Natuur, landbouw en energiewinning gaan hier hand in hand. Vandaar ook de naam van het plan: de ortolaan is een vogel die honderd jaar geleden vrij algemeen was in ons kleinschalige agrarisch landschap. Door schaalvergroting in de landbouw is de ortolaan nu vrijwel verdwenen. Plan Ortolaan zorgt voor een landschap waarin de ortolaan zich weer thuis zal voelen. In een regio die mede afhankelijk is van inkomsten van recreatie, is de versterking van het landschap die Plan Ortolaan biedt van groot economisch belang.









Wat is Plan Ortolaan?

  • Energie
  • Producten
  • Bedrijf
  • Bedrijf

Naar een energieproducerende landbouw…

Het produceren van voedsel is energie-intensief. Wetenschappers van de Universiteit van Michigan hebben uitgerekend dat voor elke joule geconsumeerd voedsel 7 joule aan (fossiele) brandstof nodig is om het te produceren, transporteren, verpakken en conserveren[1]. Brandstof voor tractoren maakt 51% van de energievraag uit van de landbouwsector (exclusief de glastuinbouw). Elektriciteit (26%) en aardgas (19%) volgen op ruime afstand[2]. Indirect energieverbruik komt voor rekening van de productie en vervoer van kunstmest, veevoer, landbouwmachines en andere productiemiddelen.

Om te komen tot een energieleverende landbouw is het nodig om de directe én indirecte energiebehoefte terug te dringen en energie te produceren – uit biomassa, wind en zon – zonder dat dit ten koste gaat van de voedselproductie. En dat gaan we doen in Plan Ortolaan.

[1] Heller, M.C. & G.A. Keoleian (2000). Life Cycle-Based Sustainability Indicators for Assessment of the U.S. Food System. Center for Sustainable Systems, University of Michigan. Report No. CSS00-04, December 6, 2000.

[2] Bron: CBS.

…met een grote verscheidenheid aan kwalitatief hoogstaande producten…

Plan Ortolaan stelt een landbouwsysteem voor dat de energiebehoefte drastisch vermindert, biomassa voor energie als bijproduct levert, de kwaliteit van de bodem sterk verbetert, kringlopen van mineralen sluit, de biodiversiteit van het platteland sterk vergroot en de landschappelijke kwaliteit verbetert.

Het systeem gaat uit van de kracht van de natuur. Hoe complexer een ecosysteem, hoe efficiënter de energie uit het zonlicht wordt benut. Een energie-efficiënt landbouwsysteem lijkt dan ook op het van nature ter plekke voorkomende ecosysteem: het ecosysteem wordt nagebouwd met voedselgewassen en landbouwdieren.

Dergelijke landbouwsystemen zijn over de hele wereld sporadisch toegepast. Plan Ortolaan is gebaseerd op het systeem dat Mark Shepard beschrijft in zijn boek Herstellende Landbouw[1]. Hij heeft zijn gangbare landbouwbedrijf langzamerhand omgebouwd naar een agro-ecosysteem met vele soorten gewassen, vee en pluimvee. Het van nature voorkomende ecosysteem heeft hij nagebouwd met notenbomen, fruitbomen, hazelaars en bessenstruiken. Hiertussen groeien eenjarige gewassen, gras en kruiden. Vee scharrelt onder de bomen en eet te vroeg afgevallen fruit en noten, kruiden en gras. Het gelaagde systeem benut het zonlicht optimaal. De dieren zet hij ook in als landbouwinstrument, bijvoorbeeld bij de bestrijding van onkruiden en het openhouden van de bodem. Elk gewas en dier heeft meerdere functies binnen het systeem.

[1] Shepard, M. (2014). Herstellende landbouw. Agro-ecologie voor boeren, burgers en buitenlui. UItgeverij Jan van Arkel.

… en een gezonde bedrijfsvoering.

Een dergelijk landbouwsysteem produceert per hectare meer voedingswaarde dan gangbare systemen, met een minimum aan fossiele energiebehoefte. Door de vergrote biodiversiteit is de kans op ziekten en plagen sterk gereduceerd en heeft hij geen gewasbeschermingsmiddelen nodig. Benodigde bemesting en veevoer worden geproduceerd op eigen bedrijf, waarbij het veevoer grotendeels bestaat uit niet-verkoopbare biomassa, zoals afgevallen en nog niet rijpe vruchten.

Naast de opbrengst van voedsel heeft het bedrijf een opbrengst van drie tot dertig ton aan energiebiomassa in de vorm van hout en notenschillen per hectare. Dit is meer dan genoeg om in de eigen energiebehoefte te voorzien en na het plaatsen van een biomassavergasser, zonnepanelen op de daken van gebouwen en eventueel een windmolen levert het bedrijf elektriciteit aan het net. Een windturbine met een hub-hoogte van 70 m zien wij als een logisch element op een bij deze nieuwe landbouwvorm passend boerenerf.

Uit voorbeelden elders in de wereld blijkt dat landbouw volgens Plan Ortolaan financieel gezonder is dan de gangbare landbouw. De boer heeft minder uitgaven aan kunstmest, gewasbeschermingsmiddelen, veevoer en andere bedrijfsmiddelen, waardoor bij een lagere omzet het bedrijf toch rendabel is. En hij is minder afhankelijk van sterk fluctuerende marktprijzen en kan zelfvoorzienend zijn in voedsel en brandstof.

… en een gezonde bedrijfsvoering.

Een dergelijk landbouwsysteem produceert per hectare meer voedingswaarde dan gangbare systemen, met een minimum aan fossiele energiebehoefte. Door de vergrote biodiversiteit is de kans op ziekten en plagen sterk gereduceerd en heeft hij geen gewasbeschermingsmiddelen nodig. Benodigde bemesting en veevoer worden geproduceerd op eigen bedrijf, waarbij het veevoer grotendeels bestaat uit niet-verkoopbare biomassa, zoals afgevallen en nog niet rijpe vruchten.

Naast de opbrengst van voedsel heeft het bedrijf een opbrengst van drie tot dertig ton aan energiebiomassa in de vorm van hout en notenschillen per hectare. Dit is meer dan genoeg om in de eigen energiebehoefte te voorzien en na het plaatsen van een biomassavergasser, zonnepanelen op de daken van gebouwen en eventueel een windmolen levert het bedrijf elektriciteit aan het net. Een windturbine met een hub-hoogte van 70 m zien wij als een logisch element op een bij deze nieuwe landbouwvorm passend boerenerf.

Uit voorbeelden elders in de wereld blijkt dat landbouw volgens Plan Ortolaan financieel gezonder is dan de gangbare landbouw. De boer heeft minder uitgaven aan kunstmest, gewasbeschermingsmiddelen, veevoer en andere bedrijfsmiddelen, waardoor bij een lagere omzet het bedrijf toch rendabel is. En hij is minder afhankelijk van sterk fluctuerende marktprijzen en kan zelfvoorzienend zijn in voedsel en brandstof.


Wat krijgen we daarvoor terug?

  • Kwaliteit
  • Werk
  • Bedrijf
  • Draagvlak
  • Innovatie
  • Pilot

Een prachtig landschap en gezonde natuur, goed voor de recreatieve sector…

De landschappen in de Stedendriehoek –Achterhoek, rivierlandschap en Veluwe – worden gekenmerkt door een aansprekende afwisseling van landschappen, met vele landgoederen en natuurgebieden met bijzondere natuurwaarden. Plan Ortolaan vergroot de landschappelijke kwaliteit door uit te gaan van het van nature aanwezige ecosysteem. Het plan past daarmee uitstekend binnen beleidsambities van de provincie[1] over de herijking van de Ecologische Hoofdstructuur. Natuur, landbouw en energiewinning gaan hand in hand. Vandaar ook de naam van het plan: de ortolaan is een vogel die 100 geleden vrij algemeen was in ons kleinschalige agrarisch landschap. Door schaalvergroting in de landbouw is de ortolaan nu vrijwel verdwenen. Plan Ortolaan zorgt voor een landschap waarin de ortolaan zich weer thuis zal voelen. En in een regio die mede afhankelijk is van inkomsten van recreatie is de versterking van het landschap die Plan Ortolaan biedt van groot economisch belang[2].

[1] Plan Bureau voor de Leefomgeving, Toets herijking Ecologishe Hoofdstukctuur Gelderland, 4 juni 2012

[2] Bijvoorbeeld: de Agenda Stedendriehoek (april 2013), Beleidsuitwerking Natuur en Landschap, Provincie Gelderland (2012)

…en gezonde agrarische bedrijven en werkgelegenheid in de voedselketen.

De economische waarde van Plan Ortolaan zit niet alleen in gezonde agrarische bedrijven en kansen voor recreatie, maar ook in versterking van de voedselketen. Het economisch belang van de voedselketen in de Achterhoek is groot en zorgt voor veel bedrijvigheid en werkgelegenheid. Maar die staat wel onder druk[1]. Om de negatieve ontwikkelingen te stoppen, is het cruciaal dat er meer intersectorale samenwerking op regionaal niveau plaats vindt. Een eerste kansrijke verbinding is die tussen de recreatieve sector en de voedselketen. Door deze verbindingen zullen er meer recreanten komen, die voor een deel ook in de Stedendriehoek gaan wonen. Een tweede kansrijke verbinding is die tussen voedselverwerkende industrie, detailhandel en horeca. Zo kunnen verwerkers meer consumenten betrekken bij het verwerkingsproces, kunnen supermarkten streekmarkten en workshops houden over de lokale eetcultuur en kan de horeca inspelen op de wensen van de toeristen.

[1] Fontein, R.J., V. Linderhof, M. Stuiver, R. Michels & G. Tacken (2013). Kracht van de Achterhoek. De waarde van voedselketens voor de regio. Alterra rapport 2449, Alterra Wageningen UR.

… en een gezonde bedrijfsvoering.

Een dergelijk landbouwsysteem produceert per hectare meer voedingswaarde dan gangbare systemen, met een minimum aan fossiele energiebehoefte. Door de vergrote biodiversiteit is de kans op ziekten en plagen sterk gereduceerd en heeft hij geen gewasbeschermingsmiddelen nodig. Benodigde bemesting en veevoer worden geproduceerd op eigen bedrijf, waarbij het veevoer grotendeels bestaat uit niet-verkoopbare biomassa, zoals afgevallen en nog niet rijpe vruchten.

Naast de opbrengst van voedsel heeft het bedrijf een opbrengst van drie tot dertig ton aan energiebiomassa in de vorm van hout en notenschillen per hectare. Dit is meer dan genoeg om in de eigen energiebehoefte te voorzien en na het plaatsen van een biomassavergasser, zonnepanelen op de daken van gebouwen en eventueel een windmolen levert het bedrijf elektriciteit aan het net. Een windturbine met een hub-hoogte van 70 m zien wij als een logisch element op een bij deze nieuwe landbouwvorm passend boerenerf.

Uit voorbeelden elders in de wereld blijkt dat landbouw volgens Plan Ortolaan financieel gezonder is dan de gangbare landbouw. De boer heeft minder uitgaven aan kunstmest, gewasbeschermingsmiddelen, veevoer en andere bedrijfsmiddelen, waardoor bij een lagere omzet het bedrijf toch rendabel is. En hij is minder afhankelijk van sterk fluctuerende marktprijzen en kan zelfvoorzienend zijn in voedsel en brandstof.

Duurzaamheid als ‘licence to produce’…

Uit de ‘Basisverkenning Gelderse Land- en Tuinbouw’[1] blijkt dat de agrarische sector steeds meer inzet op duurzaamheid: dierenwelzijn, water en energieverbruik, minder bestrijdingsmiddelen, preventie van dierziektes, duurzame agrologistiek, en de productie van duurzame energie (in de multifunctionele landbouw de sterkste stijger!). En voor het verkrijgen van Europese subsidies zijn vergroeningsmaatregelen verplicht.

Duurzame landbouw wordt door de sector steeds meer gezien als voorwaarde voor maatschappelijk draagvlak: een ‘license to produce’. De consument wordt belangrijker, en die vraagt naar duurzaam en gezond voedsel, en transparantie over herkomst en productiewijze. Er is een duidelijke local for local trend met een herwaardering voor producten uit de regio. In de Stedendriehoek vind je bijvoorbeeld IJsselVallei, Veel Luwe, Slow Food en Achterhoek producten.  

[1] Basisverkenning Gelderse Land- en tuinbouw, Bureau Bartels, februari 2015

… passend bij de trend van innovatieve boerenbedrijven.

De al genoemde Basisverkenning beschrijft verschillende trends in de landbouw. Een van de trends is die van de ‘innovatieve’ boeren, die streven naar een hogere toegevoegde waarde en onderscheidende producten. Zij zien meerwaarde in samenwerking in de keten en produceren voor de lokale of regionale markt. In kwaliteit boven kwantiteit. Bij deze innovatieve boeren past Plan Ortolaan.

Kennisopbouw in een lokale pilot…

Door samen te werken aan aansprekende voorbeelden in de regio waarin gezonde landbouw, natuur en landschap gecombineerd worden. Niet alleen om het concept te vertalen naar de Nederlandse situatie, maar ook om te laten zien dat het in de praktijk werkbaar en economisch haalbaar is. En ook om te verkennen hoe een gangbaar landbouwbedrijf stapsgewijs omgevormd kan worden. Een geslaagde pilot zal de agrarische sector het vertrouwen geven dat een andere aanpak mogelijk is. Dit is de belangrijkste stimulans voor een daadwerkelijke omschakeling binnen de sector.

Wat leren we van de pilots?

Kennis over de productie. We verkennen hoe een ecosysteemlandbouwbedrijf in Nederland rendabel kan produceren. Rondom de pilot vormen we een leergemeenschap van boeren, LTO, kennisinstellingen, de overheid.

Kennis rond de afzetmarkt. We verkennen welke producten interessant zijn voor de markt. Hierin kunnen coöperaties en producentenorganisaties een belangrijke rol spelen[1]. De oude zuivelcoöperaties, maar ook de nieuwe energiecoöperaties, en nog op te richten coöperaties voor bijvoorbeeld de notenoogst.

Nieuwe kaders van de overheid, waarin de opgaven voor energie, landschap, natuur en landbouw worden verbonden. En een daarbij passend wettelijk instrumentarium, eventueel eerst tijd- en plaatsgebonden.

…en het delen van die kennis met anderen, binnen de keten en met andere sectoren.

De rol van de overheid is in meerdere opzichten cruciaal. Zij zal een stuwende rol moeten te spelen in de ontwikkeling van kennis en de leeromgeving moeten faciliteren. Zij zal beleid en wet- en regelgeving indien nodig aan moeten passen. En daarnaast zal de overheid zal haar vertrouwen in en goedkeuring voor deze ontwikkeling moeten uitspreken. Dit geeft de ondernemers de steun in de rug die zijn nodig hebben om deze belangrijke stap te zetten.

En de overheid kan samen met de betrokkenen zorgen voor publiciteit. Zodat de resultaten van de pilot breed bekend worden en navolging krijgen. Want we zijn nog lang niet uitgeleerd.

[1] Zie ook Kamerbrief Verslag informele Landbouwraad 9-10 september 2013, DGA-ELV/ 13153837






  • Kenmerken
Kenmerken

EO Wijers prijsvraag

Locatie: Stedendriehoek, Gelderland

Opdrachtgever: EO Wijers Stichting

Partners: Christina Oosterhoff, Adrie Otte

Status: Prijsvraag

Periode: 2015

Thema: Landbouw. Energie.


Naar een energie-producerende landbouw