Landschap

Aeres-Structuurvisie-1280x905.jpg

Toekomstvisie Aeres Farms

Agrarische innovatie in de polder


Groene brainport

Aeres Farms is een dynamische train- en leeromgeving voor en door studenten. Op het erf biedt Aeres de praktijkfaciliteiten om de studenten op te leiden in de innovatieve agro & food sector.

De agrarische praktijk is altijd in beweging. Ook de leerbedrijven zijn daarom continue in ontwikkeling. Ze bewegen mee met ontwikkelingen in de markt en met maatschappelijke tendensen. Ook de komende jaren kent Aeres Farms volop vernieuwing.

Wij maakten een toekomstvisie voor deze dynamische leeromgeving in de polder.







Samen met studenten en professionals

Aeres Farms leidt de toekomstige generatie agrariërs op in een state-of-the-art leeromgeving. Om het groeiende aanbod aan opleidingen en studenten een plek te geven en de ontwikkelingen in het vak bij te kunnen houden is een visie op de ontwikkeling van Aeres Farms gewenst.

Tijdens het proces hebben we in een brede sessie samen met de belanghebbenden verkend welke ideeën er leven op en rond Aeres Farms. Met deze bagage op zak hebben we ons een eerste beeld proberen te vormen van de toekomst van het erf. De resultaten van de werksessie vormen de basis van een wervende toekomstvisie. Een visie op het erf, maar ook op de ontwikkeling in de directe omgeving en de samenhang met Aeres Campus. Hoe groter de schaal, des te abstracter de visie. Op erf niveau is de visie zo concreet als mogelijk en uitgewerkt in een modulair inrichtingsplan. De toekomstvisie vormt een stip op de horizon voor de ontwikkeling van Aeres Farms. Zo groeien Aeres en Dronten stapsgewijs maar koersvast naar hun einddoel toe.





Waar de focus ligt op het terrein van Aeres Farms streven we in de toekomst naar een landschap waar wonen, werken, leren en recreëren samengaan.

Vanaf Aeres Farms vormt de toekomstige Wisentweg een parkachtige verbinding tussen Aeres Campus, Aeres Farms en de Warmonderhof. Studenten, docenten en bezoekers gebruiken deze route om de verschillende onderdelen van Aeres te bezoeken. De inrichting is gericht op verblijven en langzaam verkeer. Bewoners van Dronten gebruiken deze ‘groene allee’ voor een bezoek aan Dorpsboerderij Dronten of vinden hun weg naar het terrein van Aeres Farms voor een bezoek aan de boerderijwinkel of de Biologisch-Dynamische boerderij LOT.

Aeres Campus krijgt in onze visie een prominente ligging aan de openbare ruimte en wordt rechtstreeks ontsloten voor wandelaars en fietsers. De bosrand van het Wisentbos kent nu nog vaak een harde lijn en ontoegankelijk karakter. We streven naar een meer geleidelijke, parkachtige overgang tussen Wisentweg en Wisentbos met enkele markante entrees en vrij toegankelijke ligweides. Recreatieve routes verbinden de bebouwing van Dronten op logische en doorgaande wijze met het Wisentbos, Aeres Farms, de Warmonderhof en de landbouwgronden van Aeres.

Dronten West ontwikkelt zich zo tot een aantrekkelijk recreatief agrarisch landschap dat we nog niet kennen van de polder. Een landschap met ruimte voor mens en dier, waar landbouw en biodiversiteit hand in hand gaan en dat eveneens toegankelijk is voor mensen. Het toekomstige landschap waarin de agrarische sector een belangrijke rol zal vervullen. En aan de toekomst van die agrarische sector geeft Aeres Hogeschool mede vorm.






Proeftuin

De groene transformatie van Aeres Farms staat bij uitstek in het teken van experiment en onderzoek. Farms kan dé proeftuin worden voor de lectoraten van Aeres Hogeschool. Onderdelen of uitwerkingen van deze visie kunnen door lectoren worden aangemerkt als onderzoeksproject. Vervolgens kan samen met onderzoekers, studenten en de praktijk een onderzoeksproject worden voorbereid, uitgevoerd en gemonitord. De resultaten dragen bij aan de positionering van Aeres Hogeschool binnen de diverse vakgebieden en de maatschappij.

In de visie vormt de directe leeromgeving tevens een bron van inspiratie. Een omgeving die toont hoe biodiversiteit, een duurzame inrichting van het erf en alle actieve bedrijven en voorzieningen onderdeel uit kunnen maken van een toekomstgericht, innovatief en duurzaam agrarisch leerbedrijf.

 


Organisatie

We benaderen de campus als een reeks van erven die zijn gelegen in een robuust landschappelijk raamwerk. Dit casco bestaat uit een mix van de voor het erf noodzakelijke elementen: infrastructuur, groen en water. Het organiseren van een stevig casco biedt ruimtelijke en bedrijfsmatige voordelen op de korte en lange termijn.

De invulling van het raamwerk is flexibel en kan verschillende vormen aannemen. Zo kunnen de verschillende bedrijfsonderdelen op het erf zich aanpassen aan de eisen en randvoorwaarden van de tijd zonder dat de functionaliteit van het grotere geheel verloren gaat.

De ontsluiting van het raamwerk draagt er bijvoorbeeld aan bij dat de bedrijven in staat om zo veel mogelijk onafhankelijk van elkaar te kunnen functioneren. Bijvoorbeeld als veterinaire omstandigheden daar om vragen. De midden op het erf gelegen centrale as ontsluit alle aanwezige bedrijven voor de schone bevoorrading, het werkverkeer en samenkomst van het personeel. De as kan in in de toekomst in westelijke en oostelijke richting worden uitgebreid.

Een belangrijke rol is weggelegd voor het groenblauwe raamwerk. Het blauwe netwerk dient voor waterberging en als buffer voor erfafspoeling. Het groene raamwerk levert een bijdrage in de natuurlijke plaagdierbestrijding en maakt de campus geschikt voor het voeren van het beter leven keurmerk door de hoge bioiversiteit op het erf.





Tot slot wil Aeres graag een ontmoetingsplek zijn zijn voor de sector. Hierbij past een representatief voorkomen met voldoende ruimte voor ontmoeten, kennis uitwisselen en verblijven. Daarom hebben we speciale aandacht voor het openbare en toegankelijke karakter van Aeres Farms.

Een nieuwe centraal gelegen openbare parkstrook legt in onze visie de relatie tussen Aeres Farms en de tegenovergelegen Warmonderhof. Het is een gedeelde, royale en groene verblijfsruimte waar studenten, medewerkers en gasten elkaar kunnen ontmoeten. In het park is ruimte voor nieuwe ontmoetingsruimtes en buitenleerplekken.

De Wisentweg wordt in onze visie afgewaardeerd tot een ‘campusboulevard’, waar voetgangers en fietsers voorrang hebben en auto’s te gast zijn.






  • Kenmerken
Kenmerken

Aeres Farms

Locatie: Dronten, Flevoland

Opdrachtgever: Aeres Hogeschool en gemeente Dronten

Status: Ontwerp


Innovatieve campus in de polder


Foto-omslag-voorzijde-Oswald-1280x573.jpg



Goed land tussen landgoederen

Burgercoöperatie Land van Ons is er, mede met behulp van omwonenden, in geslaagd een bijzonder perceel in Wassenaar te verwerven. Daarmee is het deels ontwikkelen en bebouwen van dit karakteristieke tuinbouwgebied afgewend. Daarop volgt de vraag op welke manier het perceel opnieuw van betekenis kan worden en voor wie? De primaire doelstelling van Land van Ons volgend beogen zij een biologisch agrarisch gebruik van de percelen en behoud en ontwikkeling van de landschappelijke en natuurlijke kwaliteiten.

De eerste stap in de ontwikkeling van een visie op het project is een historische analyse. Want voor je weet wat je wilt ontwikkelen, is het goed een grondig zicht te krijgen op het ontstaan en de ontwikkeling van het gebied. Na een duiding van het landschap beschrijven we de ontstaansgeschiedenis op chronologische wijze aan de hand van beschikbaar historisch kaartmateriaal en archief- en bronnenonderzoek. Vervolgens tonen we op schematische wijze de opeenvolgende veranderingen van het perceel vanaf de ingebruikname. We benoemen aan de hand van bouwstenen welke kernkwaliteiten we zien.

Tot slot hebben we samen met Land van Ons en Tuinderij WIJdehorst, een maatschappelijk betrokken ondernemer, een visie uitgetekend voor het gebied. Inmiddels zijn de vrijwilligers van Land van Ons en tuinder Erwin voortvarend van start gegaan met de de inrichting van het gebied en de teelt van groenten, bloemen, kruiden en fruit. Samen laten zij zien dat lokale, duurzame en seizoensgebonden teelt van producten, met oog voor ecologie en landschap mogelijk is.

Ons onderzoek is tot stand gekomen dankzij een subsidie uit de Erfgoedlijn Landgoederenzone van de provincie Zuid-Holland





  • Kenmerken
Kenmerken

Goed land tussen landgoederen

Locatie: Wassenaar

Opdrachtgever: Land van Ons

Partners: Provincie Zuid-Holland, Tuinderij Wijdehorst, alle vrijwilligers van Land van Ons, Oswald Lagendijk

Status: Onderzoek, ontwerp, in uitvoering


Goed land tussen landgoederen


Kavelmozaiek-02-1280x905.jpg


Zonnepark Terheijden

Het eerste energieneutrale dorp van Brabant

Het Traais Energie Collectief (TEC) uit het dorp Terheijden, gemeente Drimmelen, werkt samen met de inwoners aan een eigen, duurzame energievoorziening voor het dorp. Alle energie wordt lokaal opgewekt. Met warmte uit de rivier de Mark, een eigen windmolen, een zonnepark, zonnepanelen op Traaise daken en aardwarmte maken ze Terheijden als eerste dorp in Brabant energieneutraal. De aanleg van een zonnepark is een volgende stap om dat doel te bereiken.

Het ontwerp voor zonnepark De Bergen is niet zomaar tot stand gekomen. Tijdens een reeks ‘kom-in-de-wei’-sessies ter plaatse hebben inwoners mee kunnen denken over de invulling van het zonnepark en zijn wensen en ideeën uitgewisseld. Ook het landschap en haar bewogen geschiedenis waren inspiratiebron voor de vormgeving van het park. Tot slot hebben ook de direct omwonenden randvoorwaarden meegegeven waaraan het zonnepark moet voldoen.

De input was aanleiding om het ontwerp telkens verder aan te scherpen. Een natuurlijke inrichting, aandacht voor ecologie en gelegenheid voor educatie, een wandeling en eventueel een kop koffie waren veelbesproken wensen bij deze bijeenkomsten. Bovendien wordt een knipoog naar het historische -maar inmiddels verdwenen- landschap met kleine onregelmatige kavels en militaire structuren zeer gewaardeerd.

Een fijnmazig patroon van sloten maakte de grond geschikt voor weide- en hooilanden. Rondom de eendenkooi, ten noordoosten van Terheijden, is dit landschap nog te vinden. De hogere zandrug is op historische kaarten duidelijk herkenbaar door de aanwezigheid van akkers. Op de locatie van het zonnepark vormen de percelen nog tot in de jaren tachtig van de vorige eeuw een onregelmatig mozaïek. Pas bij de laatste ruilverkaveling ontstonden de grote, blokvormige percelen die we nu ter plaatse zien.

Elementen uit de verschillende tijdslagen zijn gebruikt om het zonnepark vorm te geven. Een brede sloot met natuurvriendelijke oever rondom het park maakt het plaatsen van hoge hekken overbodig. Het riet dat in de oever zal groeien filtert en verzacht het zicht op de zonnepanelen vanuit de omgeving. Achter de huizen aan de Bergen komt een brede parkstrook achter de huizen. Deze ‘parkstrook’ krijgt een passende inrichting in overleg met de omwonenden. Bijvoorbeeld door een vorm van agrarisch beheer of de aanplant van boomgaarden, zoals die hier vroeger ook gelegen hebben. De strook loopt glooiend omhoog en ontneemt zo het zicht op de zonnepanelen.

Het zonnepark krijgt verschillende (natte) ecologische milieus en een gebiedseigen kruidenrijke begroeiing. Zonnepark De Bergen wordt zo een gebied dat van nut en plezier is voor mens en natuur!





  • Kenmerken
Kenmerken

Zonnepark Terheijden

Locatie: Gemeente Drimmelen

Opdrachtgever: Traais Energie Collectief

Partners: FAIR2 Media, Izzy projects

Status: Ontwerp

Periode: 2022-heden


Beleefbaar zonnepark


1926-wattez-1280x853.jpg

Hoevelakense Bos

Landgoed Hoevelaken kent een rijke geschiedenis. Niet voor niets is Huis Hoevelaken met historische tuin-, park- en bosaanleg aangewezen als Rijksmonument. Het Hoevelakense Bos kan (de groei van) de recreatieve druk echter niet meer aan. Met gevolg dat de cultuurhistorische, ecologische en landschappelijke waarden afnemen.


Beleving onder druk

De gemeente Nijkerk heeft het initiatief genomen om een planproces te organiseren voor het Hoevelakense Bos en zijn omgeving waarbij alle betrokkenen actief mee kunnen denken over de toekomst van het bos en zijn omgeving. Samen met Jan Maurits van Lingen (Xi ontwerp) en de betrokken hebben we gewerkt aan een robuuste visie voor de toekomst van het Hoevelakense Bos en omgeving. De visie bevat een concreet en financieel haalbaar uitvoeringsplan voor de komende jaren waarmee we de recreatieve capaciteit van de omgeving van het Hoevelakense Bos vergroten. Hiermee zijn we in staat de recreatieve druk beter te verdelen waarbij de historische en ecologische waarden worden behouden en waar mogelijk ontwikkeld.









Landgoed Hoevelaken kent een rijke cultuurhistorie van lanen, zichtlijnen en waterpartijen. De Middenlaan, waar het park omheen is ontworpen, is nog duidelijk herkenbaar. Andere cultuurhistorische elementen die het park en bos zo bijzonder maken zijn verwaarloosd of verdwenen.

De maatregelen die we voorstellen zijn er op gericht om de cultuurhistorie, zowel in het Hoevelakense Bos als daarbuiten, beter zichtbaar en beleefbaar te maken. De historische padenstructuur wordt, waar mogelijk, hersteld. Het ‘sterrenbos’ dat ooit in het zuidelijke deel van het Hoevelakense Bos lag, wordt deels gereconstrueerd en op een logische manier verbonden met de routestructuur in en om het bos.

Hoewel in het noordelijk deel van het bos de nadruk meer op natuur komt te liggen, zoals dat in de aanleg van de ‘Wildernisse’ ook bedoeld was, worden de routes gekoppeld aan het Engelse en Franse Werk. Deze werken worden geconserveerd zodat ze niet verder in verval raken. Hiermee worden deze bijzondere ontwerpelementen uit de oorspronkelijke parkaanleg zichtbaar en herkenbaar voor de bezoekers.



Oude kerkepaden in het gebied vormen een aanleiding voor nieuwe routes van en naar het bos. Ten westen van het bos wordt zo een nieuw wandelpad op een oude plek in ere hersteld. Ook buiten het Hoevelakense Bos is er aandacht voor de cultuurhistorie. Ten oosten van het bos ligt het voor de veengebieden karakteristieke slagenlandschap. Lange, smalle kavels worden van elkaar gescheiden met sloten en elzensingels. Behoud en ontwikkeling van dit landschap is hier de inzet.

Ten westen van het Hoevelakense Bos gaat het slagenlandschap over in het mozaïek van blokvormige kavels die de opmaat vormen voor de hogere en drogere Utrechtse Heuvelrug. Dit verschil in kavelstructuur komt tot uitdrukking in de vormgeving van het ‘nieuwe landschap’ dat zich hier zal ontwikkelen. Ten zuiden van het Hoevelakense Bos kan de oorspronkelijke locatie van het eerste Huis Hoevelaken dienen als bron van inspiratie voor de verdere ontwerpuitwerking van dit gebied.









Samen met bewoners en gebruikers

Om tot een ontwikkelingsvisie voor het Hoevelakense Bos en Omgeving met draagvlak onder betrokkenen te komen is een interactief planproces georganiseerd
waarin iedereen mee kon denken.

Bewoners en grondeigenaren zijn uitgenodigd in het dorpshuis om mee te denken in het proces en hun eerste ideeën geven. Met enkele sleutelfiguren zijn vooraf persoonlijke gesprekken gevoerd. Op de dag van Ons Hoevelakens Bos & omgeving hebben we ons kamp opgeslagen in een tent in het bos en konden mensen ideeën inbrengen. Een werkteam bestaande uit bewoners en experts is hiermee aan de slag gegaan. Dit heeft geresulteerd in een kansenkaart. Vervolgens zijn we met de kansenkaart letterlijk de markt op gegaan. Hier konden veel mensen hun mening geven over de opbrengst.

In een eerste openbare atelier is vervolgens  verder gewerkt aan de basis voor de ontwikkelingsvisie. De avond werd voorbereid door het werkteam. Tijdens het tweede openbare atelier is de concept ontwikkelingsvisie aangescherpt en zijn dilemma’s nader uitgewerkt. Tijdens het hele proces werden regelmatig nieuwsbrieven verstuurd en kon iedereen het verloop van het project volgen op de projectwebsite.

De ontwikkelingsvisie is het resultaat van een proces van maanden interactieve planvorming. De tussenresultaten zijn steeds gedeeld en opgenomen op de projectwebsite. In de ontwikkelingsvisie zijn belangen en ideeën van alle betrokkenen door de opstellers afgewogen. Er is een visie ontwikkeld die antwoord geeft op het doel van de opgave. In het proces was vaak consensus maar soms was er sprake van meningsverschillen en dilemma’s. Daarin hebben de opstellers keuzes gemaakt waarbij ze het overkoepelende doel van het project leidend lieten zijn. Dit in overleg met de gemeentes Nijkerk en Amersfoort en Stichting Geldersch Landschap en Kasteelen. De keuzes werden voorgelegd aan het openbaar atelier. Als begrip ontbrak werden keuzes heroverwogen en/of beter onderbouwd.

Het resultaat is een breed gedragen ontwikkelingsvisie.





Zonering

Het Hoevelakense Bos kent een grote diversiteit aan gebruikers. Mensen wandelen er met of zonder (loslopende) hond, wandelen met hun kleine kinderen, lopen er hard, rijden er paard of maken gebruik van de fietsroute door het bos. Met een toenemend aantal bezoekers is het onvermijdelijk dat de verschillende gebruiksvormen soms met elkaar in conflict komen. Mensen schrikken van een ruiter te paard, ervaren overlast van loslopende honden of horen een fietser niet aankomen.

Op verschillende manieren proberen we in deze visie iedereen een plek in het bos te geven. Enerzijds verminderen we de recreatiedruk door het Hoevelakense Bos uit te breiden. Anderzijds is het zaak om te kijken of bezoekers in het bos moeten zijn of dat het bos onderdeel is van een functionele route van huis naar werk of school. Verder stellen we zonering voor waarbij het duidelijk is welke medegebruikers van het bos je tegen kunt komen: fietsers, ruiters, wandelaars met loslopende hond, wandelaars met hun hond aan de lijn en wandelaars zonder hond. Op die manier streven we naar een duidelijke en veilige situatie en voorkomen we conflicten in het gebruik. Het is onvermijdelijk dat daarbij rigoureuze keuzes worden gemaakt.

Verreweg het grootste deel van de bezoekers van het Hoevelakense Bos bezoekt het bos om er een wandeling te maken en te genieten van de historie en de natuur. De ambitie is dan ook om het Hoevelakense Bos & Omgeving wandelen prioriteit te geven. Het fijnmazige netwerk van wandelpaden blijft voor het overgrote deel dan ook in tact. Een enkel pad wordt verlegd zodat het weer de historische lijnen volgt. Het historische padenpatroon is bron van inspiratie bij het herstellen van de padenstructuur. Soms wordt een pad terug gelegd op de oorspronkelijke plaats en/of versmald naar de originele breedte. Veel paden zijn door intensief gebruik en plasvorming steeds breder geworden. In andere gevallen, zoals bij het ‘sterrenbos’, maken nieuwe schakels in het netwerk het gebruik van de historische paden weer mogelijk. Bovendien is het goed denkbaar dat de padenstructuur in dit van oorsprong strakkere, formele parkdeel wordt uitgevoerd in halfverharding. Hiermee kan het formele ‘sterrenbos’ zich onderscheiden van de meer romantische, natuurlijke parkaanleg in de rest van het Hoevelakense Bos.

 









Vervolg

Na het vaststellen door de gemeenteraad wordt de ontwikkelingsvisie uiteengerafeld in uitvoeringsprojecten. De uitvoeringsprojecten worden in een atelier dat voorbereid wordt door het werkteam benoemd en geprioriteerd. Voor elk project wordt in het uitvoeringsplan in elk geval vastgelegd: het doel (bijdrage aan de realisatie van de visie), de trekker, de betrokkenen en de financiering. Voor de projecten waarbij overheid, burgers, burgerinitiatieven, belangengroepen en/of marktpartijen samenwerken worden vervolgens in bilaterale overleggen intentieovereenkomsten voorbereid.

Uitvoering van de visie vindt plaats op basis van vrijwillige medewerking van grondeigenaren. Geldersch Landschap en Kasteelen is een van belangrijkste grondeigenaren van het gebied. Met hen is steeds intensief overleg gevoerd over de ontwikkelingsvisie.



  • Kenmerken
Kenmerken

Hoevelakense Bos

Locatie: Gemeente Nijkerk

Opdrachtgever: Geldersch landschap & Kasteelen

Status: Ontwerp



Revitalisatie van het Hoevelakense bos


IMG_5555-1280x853.jpg


Energiesysteem 2050 in de regio

Europa en Nederland hebben zich tot tot doel gesteld om in 2050 klimaatneutraal te zijn. Om een nieuw en duurzaam energiesysteem te ontwikkelen hebben we dus nog 25 jaar de tijd. Als we in 2050 klimaatneutraal willen zijn vraagt dit om een samenhangend en meerjarige strategie voor de opwek, gebruik, transport en opslag van energie.

Om dit te realiseren startte het ministerie van Klimaat en Groene Groei het Programma Energiesysteem 2050. Een onderdeel van dit programma is het opstellen van een Nationaal Plan Energiesysteem.

Wij ondersteunen de betrokken ministeries en de uitvoeringsorganisatie Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) bij het inzichtelijk maken van de ruimtelijke implicaties van de energietransitie. Zo kan er tijdig beleid ontwikkeld worden om vraag en aanbod van energie samen te brengen en een plek te bieden aan de benodigde voorzieningen die horen bij een duurzame energie-infrastructuur. Denk daarbij aan ruimte voor omvormers, electrolysers, waterstofleidingen, converterstations en hoogspanningsstations.

Het Programma Energiehoofdstructuur laat zien welke nieuwe nationale energie-infrastructuur nodig is richting 2050 en waar deze geplaatst kan worden. Het vormt de basis voor de dialoog met gemeenten, provincies, havenbedrijven en netbeheerders. Ook geeft het Programma Energiehoofdstructuur kaders om zorgvuldig om te gaan met de ruimte, natuur, cultureel erfgoed en leefbaarheid.

In regionale dialoogsessies gaan we het gesprek aan met lokale stakeholders. Hofstra|Heersche faciliteert dit gesprek door inbreng van ruimtelijke expertise, zowel op kaart als in het proces.





  • Kenmerken
Kenmerken

Energietransitie 2050 in de regio

Locatie: Nationaal

Opdrachtgever: RVO

Partners: –

Status: Beleid

Periode: 2025 – 2025

Thema: Overheid. Beleid. Energie. Duurzaamheid.


Grip op ruimtelijke vraagstukken rond de energietransitie


bewd140920lm1100-1280x905.jpg


Dropzone Ginkelse Heide

Operatie Market Garden staat op het punt te beginnen. De bevrijding van ons land is nabij. Maar operatie Market Garden markeert niet alleen de naderende vrijheid. Het laat ook zien hoe hard een oorlog is en hoeveel mensen zich hebben ingezet om deze vrijheid, soms ten koste van hun eigen leven, te bevechten.

Zondag 17 september 1944. ‘Wind direction is East for fire purposes’. Een uitgestrekt heideveld. Verkenners van het 7e bataljon King’s Own Scottish Borderers springen als eerste en markeren de dropzone met gele rook. Maandag 18 september landen er 2000 parachutisten en zweefvliegers op de heide. Als vanuit het niets is de lucht gevuld met witte parachutes.

Gele rook werd gebruikt om de dropzone te markeren en staat symbool voor de naderende bevrijding. Het is een vooraankondiging voor de helden die aanstonds gaan landen. Een markering in de tijd. Met schoolkinderen bouwen we elk jaar een nieuwe gele wolk rond de herdenking van de luchtlanding. Een landmark dat de herinnering aan operatie Market Garden en de landing op de Ginkelse heide levend houdt.

Het landmark wordt bestaat uit een ‘wolk’ van gele staven in verschillende hoogtes die de rand van de heide markeert. De wolk wordt symbolisch gevormd door een regelmatig grid van 2000 ‘voetjes’ in de betonnen fundering die verwijzen naar het grote aantal militairen dat landde op de Ginkelse Heide. De bezoeker klimt met een trap vanaf de parkeerplaats in deze wolk. Halverwege draait de trap naar het westen, waar de vliegtuigen vandaan kwamen, en krijgt de bezoeker een uniek uitzicht op de dropzone. Met behulp van een app beleeft de bezoeker de luchtlanding van 1944 op het uitkijkplatform. Kinderen zullen de betonnen voet met gele staven als speelaanleiding gebruiken. Bezoekers gebruiken de voet als zitplaats om uit te rusten van fietstocht of wandeling. Op de betonnen voet wordt een tekst aangebracht die verwijst naar andere luchtlandingsplaatsen in de omgeving en informatie biedt over de luchtlanding.

 

 

 

 





  • Kenmerken
Kenmerken

Landmark Ginkelse Heide

Locatie: Ede

Opdrachtgever: Gemeente Ede

Partners: Jan Maurits van Lingen, Xi ontwerp

Status: Prijsvraag

Periode: 2019

Thema: Erfgoed. Herbestemming. Park & landgoed. Recreatie.


The people who experienced it can still see it now


HVTB-luchtfoto-bombardement-1280x853.jpg

Havelterberg

Beleefbare historie te midden van de natuur


Vliegveld in Drenthe

De Havelterberg kent een rijke geschiedenis. Het gelaagde landschap dat daarvan het gevolg is, is in en om het plangebied nog afleesbaar. Zo liggen er in de nabijheid van het plangebied hunebedden, zijn er in de ondergrond resten van Celtic Fields en prehistorische woonplaatsen en boerderijen te vinden en hebben er twee grafheuvels gelegen.

Ter plaatse van het plangebied zijn veel sporen uit het verleden verdwenen. Reden hiervoor is dat het gebied ten tijde van de Tweede Wereldoorlog werd ingericht als vliegveld. Daartoe is het maaiveld behoorlijk op de kop gezet: delen van de Havelterberg zijn (of lijken) vergraven, terwijl andere delen zijn opgehoogd. Zo ontstond een vlak en stabiel maaiveld waarop een landingsbaan en verschillende rolbanen met daaraan gekoppeld hangars konden worden gerealiseerd.







Van bommenwerper tot orchidee

Het vliegveld is tegen het einde van de oorlog verschillende malen gebombardeerd door zowel de Engelsen als de Amerikanen. Toch is met name de laag uit de Tweede Wereldoorlog nog goed te beleven. Luchtfoto’s uit die tijd laten een waar slagveld zien met talloze bomkraters. Ze liggen vandaag de dag als poelen in het landschap.

De start- en landingsbaan heeft zich in de loop der tijd ontwikkeld tot een waardevol schraalland met daarin verspreid solitaire bomen en boomgroepen. De rolbanen die vanaf de kop van de landingsbaan naar de noordelijk gelegen hangars lopen zijn, net als de hangars, nog herkenbaar in het landschap.



De Havelterberg als bestemming

Het gebied wordt goed gevonden door bezoekers, het kan er een drukte van jewelste zijn. In een betrekkelijk klein gebied gebeurt dan ontzettend veel. Mensen op weg naar het bezoekerscentrum, de schaapskooi, een Vlindertuin en een prehistorische woning banen zich een weg door het gebied. Fietsers, mountainbikers, ruiters en wandelaars delen de paden. Daarbij komt het voor dat verschillende gebruikersgroepen elkaar soms in de weg zitten.

Met een gericht pakket aan maatregelen willen we de natuurwaarden bevorderen, de waterhuishouding op orde te brengen en het recreatief gebruik in het gebied beter inrichten. Zo willen we de waardevolle schraallanden en heidevelden in de nabije omgeving van het plangebied op een robuuste manier met elkaar in verbinding brengen. Met subtiele ingrepen proberen we de ecologische potenties maximaal te benutten terwijl we de tegelijkertijd de gelaagdheid van het landschap inzichtelijk en beleefbaar maken.







Start- en landingsbaan

Zo willen we de rolbaan terugbrengen in zijn volle breedte van 15 meter en uitvoeren als zandweg. Door zijn breedte biedt de rolbaan plaats genoeg aan wandelaars, ruiters en mountainbikers. Oude bomkraters worden uitgediept ten behoeve van het leefgebied van de kamsalamander. Het bestaande smalspoor wordt benut om de schaapskudde van de schaapskooi naar de schraalgraslanden te leiden. Ook de relatie tussen hangars en rolbanen wordt beter afleesbaar. Al vanaf grote afstand kijk je hierdoor in de hangar, een beeld dat talloze piloten vanuit hun cockpit ook gehad moeten hebben.







Verdrogingsbestrijding

Het oostelijk van het plangebied gelegen Uffelterzand heeft in toenemende mate last van verdroging. Het is wenselijk om zoveel mogelijk water, afkomstig van de Havelterberg, ten goede te laten komen van dit gebied. Het bosgebied ten noorden van het plangebied wordt bij voorkeur omgevormd tot een halfopen parkbos. Hierdoor ontstaat een min of meer open verbinding tussen het droge schraalgrasland aan de noordzijde van dit bos en het plangebied. Essentieel voor vlinders en andere insecten.

Om de recreatieve knoop nabij de parkeerplaats te ontwarren bestaat de wens een nieuw wandelpad over het grasveld in het verlengde van de start-/landingsbaan te realiseren. Dit leidt dit er toe dat wandelaars bij hun entree tot het gebied recht voor de rolbaan worden ‘gepositioneerd’, net als in vroeger tijden de jachtvliegtuigen. Om vervolgens op te stijgen in dit prachtige gebied.



  • Kenmerken
Kenmerken

Havelterberg

Locatie: Havelte, Drenthe

Opdrachtgever: Prolander

Status: Inrichtingsvisie

Periode: 2022



Militaire natuur


Dronten-QS-luchtfoto-0154-1280x853.jpg

Landschappelijke kwaliteit van Oostelijk Flevoland

Bouwstenen voor ontwikkeling van een jonge polder


‘Je gaat pas zien als je het doorhebt’

Je gaat het pas zien als je het doorhebt’ is een veel gebruikte uitdrukking, geïntroduceerd door Johan Cruyff. Een uitdrukking die zeker ook van toepassing is op de polder. Want voor velen is de polder ‘het landschap van de grote maten’. Maar je gaat het pas zien als je het doorhebt. Het landschap van de Flevopolders is tot stand gekomen na wikken en wegen, na eindeloos discussiëren, na talloze inrichtingsschetsen. Een leeg canvas dat gevuld moest worden. Waar een maatschappij ontwikkeld moest worden en dat binnen enkele jaren moest functioneren als het oude land, dat voor deze ontwikkeling honderden jaren de tijd had.

Om de gemeente te helpen bij beleidskeuzes hebben we landschappelijke kwaliteit van de polder gepoogd te doorgronden en in beeld te brengen. Daarbij hebben wij geprobeerd de ontwerpgedachten bij het landschap van Oostelijk Flevoland, van de grote lijn tot het boerenerf, bij elkaar te brengen in een beknopte biografie.







Nieuw land als spiegel van een tijdsbeeld

De polder die volgde op de Noordoostpolder was Oostelijk Flevoland. Aanvankelijk was dit een op zichzelf staande polder. Pas later werd Zuidelijk Flevoland er tegenaan gelegd. Een uitbreiding die overigens van begin af aan gepland was. Ten opzichte van de NOP ging het hier niet langer alleen maar om het realiseren van landbouwgrond. Veel meer werd de polder als een multifunctioneel landschap opgevat. Daarbij was er aandacht voor zowel agrarische productieruimte als een aantrekkelijke woon- en werkomgeving. Reeds in de jaren zestig van de vorige eeuw waren de grote lijnen van het te realiseren landschapsbeeld vastgelegd. Daarna volgden de, soms door deskundigen zwaarbevochten uitwerkingen.





Een zee van ruimte

De beplantingen in Oostelijk Flevoland brengen, veel nadrukkelijker dan in de vorige polders, de eenheid van het gebied tot uiting. Onder andere doordat het areaal agrarische productiegrond zoveel mogelijk open is gehouden en de hoofdstructuur van de polder, bestaande uit kanalen en hoofdwegen en de polderranden met beplantingen werden geaccentueerd.

Dudok, als stedenbouwkundige betrokken bij de Zuiderzeewerken, formuleerde reeds in 1940 de wens om bosgordels aan te leggen in het nieuwe land. Het idee van de bosgordels was geïnspireerd op Amerikaanse Parkways. Deze bosstroken konden ‘de illusie van eindeloosheid wekken zodat de mensch er zich in verliezen kan’. Dudok streefde hiermee naar een synthese tussen de ‘rationele ingenieursarbeid’ en ‘bredere humane overwegingen’ waarin de schoonheidsdrang aan de dag treedt. ‘Een land van deze geweldige omvang mag niet een te eenzijdig agrarisch polderkarakter dragen. Hier moeten veelzijdige en harmonische landschappelijke kwaliteiten worden gewekt.’







Geleding van de ruimte

Het uiteindelijke landschap in Oostelijk Flevoland wordt bepaald door een aantal krachtig aangezette hoofdlijnen. Deze hoofdlijnen worden gevormd door de bosstrook langs de Randmeren en de laanbeplanting langs de hoofdwegen. Deze monumentale lanen, met een wegprofiel van 25 meter, kaderen ruimten in die variëren van drie tot zes kilometer. Daarmee wordt het ruimte-ideaal dat de ontwerpers voor de nieuwe polders voor ogen stond in Oostelijk Flevoland het dichtst benaderd. Dit ideaal is door Piet Kelder als volgt verwoord: ‘vanuit de beschutting van een laan uitkijken over een weidse ruimte, die toch meetbaar is door de bosrand aan de horizon’. Het landschapsconcept van Oostelijk Flevoland blijkt een grote mate van flexibiliteit te hebben, doordat het landschappelijk raamwerk is losgekoppeld van het landbouwkundig gebruik: cascoplanning avant la lettre.







Kernkwaliteiten

Sinds de inrichting van Oostelijk-Flevoland, nu ongeveer 60 jaar geleden, is er veel veranderd. Vanzelfsprekend heeft dat geleid tot ingrepen in het zorgvuldig ontworpen polderlandschap. Binnen de gemeente Dronten is een flink deel van de oorspronkelijke ideeën en plannen nog herkenbaar. Vaak zelfs vormen ze de kernkwaliteiten van de gemeente. Kwaliteiten die nu en dan onder druk staan, maar nog wel staan. Soms dienen de kwaliteiten versterkt te worden om recht te doen aan de oorspronkelijke opzet, soms is er behoefte aan een nieuwe, hedendaagse invulling om ook in de toekomst de kwaliteiten te kunnen waarborgen.



Om grip te krijgen op de belangrijkste waarden van de polder hebben we de belangrijkste kwaliteiten beschreven in een zestal leidende thema’s. Deze vormen de bouwstenen van de polder en zijn kaderstellend voor nieuwe ontwikkelingen.

Toekomstige ontwikkelingen in de polder kunnen met deze biografie van oostelijk Flevoland in de hand zodanig vorm worden gegeven dat recht wordt gedaan aan het bijzondere gedachtegoed dat aan de inrichting van de polder ten grondslag ligt.





  • Kenmerken
Kenmerken

Landschappelijke kwaliteit van Oostelijk Flevoland

Locatie: Dronten, Flevoland

Opdrachtgever: Gemeente Dronten

Status: Onderzoek

Periode: 2023



Biografie van een jonge polder


Vledder-Aa-Schetsontwerp-2-1280x905.jpg

Herinrichting Vledder Aa

Ontwerp voor een hedendaagse natuurlijke beek


Ruimte voor een natuurlijk beeksysteem

De Vledder Aa is onderdeel van het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Een netwerk dat natuurgebieden met elkaar verbindt. In dit project ontwerpen we in opdracht van en samen met Prolander meer dan 200 hectare nieuwe natuur. Met de inrichting geven we ook invulling aan de ‘Kaderrichtlijn Water’ en de opgave ‘Waterberging 21e eeuw’.

De herinrichting van de beek en het beekdal sluit tevens aan op de opgave van het waterschap om het gebiedseigen water zoveel mogelijk in het gebied vast te houden. Zo is er voldoende water in droge periodes.

Ook aan de gebruikers van het landschap wordt gedacht. De herinrichting van de Vledder Aa biedt kansen voor recreatieve voorzieningen die passen bij de nieuwe natuur. en bijdragen aan de beleving van het Drentse landschap. Na een intensief en betrokken planproces met partners en bewoners is het inrichtingsplan bestuurlijk vastgesteld. Het streven is de hernieuwde Vledder Aa in 2025-2026 uit te voeren.







Eeuwenoud landschap

Het landschap dat we vandaag de dag zien en beleven is het resultaat van een eeuwenlange wisselwerking tussen de mens en zijn omgeving.

In Drenthe vormden beekdalen eeuwenlang een onmisbaar onderdeel in de boerenbedrijfsvoering. De lage, natte graslanden werden gebruikt om te hooien en om vee te laten grazen. Het is een agrarisch landschap ten voeten uit. Alle onderdelen van het landschap waren met elkaar verbonden en hadden een eigen functie in het landbouwsysteem.

De esdorpen Vledder, Doldersum en Wapse hadden elk een eigen deel van het beekdal van de Vledder Aa in gebruik. Het beekdal werd door de boeren verkaveld in lange, smalle percelen. Hiervoor werden sloten gegraven, loodrecht op de Vledder Aa. Door al die smalle percelen kreeg het beekdal het open karakter zoals wij het vandaag de dag kennen.



Naoorlogse ruilverkaveling

Van oorsprong is de Vledder Aa een langzaam stromende, kronkelende beek. Na de Tweede Wereldoorlog ging de beek op de schop als onderdeel van de ruilverkavelingen. Onder het mom van ‘nooit meer honger’ moesten technische maatregelen de landbouw efficiënter maken. Daarvoor moest de afwatering worden versneld. Niet alleen werd de Vledder Aa rechtgetrokken en verdiept (normalisatie). Ook werden er diepe sloten gegraven om percelen voldoende droog te maken. Smalle kavels werden samengevoegd, overbodige kavelsloten gedempt en houtwallen gekapt. Zo ontstonden de grote landbouwpercelen die ons herinneren aan de naoorlogse tijdgeest.







Van afvoeren naar vasthouden

De Vledder Aa vindt zijn oorsprong in de natuurgebieden van Drents-Friese Wold. Het is de enige beek in Nederland die ontspringt te midden van natuur. Hierdoor heeft de Vledder Aa verschillende ecologische, hydrologische en landschappelijke potenties. Het zijn kansen die we met een herinrichting willen benutten.

Het doel in dit project is om een natuurlijk en klimaatbestendig beeksysteem te ontwikkelen dat goed past in de omgeving. Onderdeel daarvan is het vertragen en vasthouden van water in het gebied. Ook willen we diepe kwelstromen beter gebruiken, zodat bijzondere planten en dieren weer terug kunnen komen.

Hoe gaat het verloop van de nieuwe beek er straks uitzien? We streven naar een herkenbaar, toekomstbestendig landschap met een rijke biodiversiteit en een gezonde waterhuishouding.





Kansen voor een hoge biodiversiteit

Het beekdal van de Vledder Aa is van oudsher enorme rijk aan planten en dieren. Niet alleen in het water, maar ook op het land. Tot de ruilverkaveling in de jaren ’60 was de Vledder Aa een natuurlijk functionerend watersysteem. Het beekdal kende allerlei overgangen van hoog en droog naar laag en nat. Tijdens de ruilverkaveling werd de beek van zijn bochten ontdaan en verdiept om de waterafvoer te versnellen. Ook werden stuwen geplaatst om het waterpeil te kunnen sturen. Daarmee verdwenen, naast de stroomsnelheid, natuurlijke processen zoals de verplaatsing van zand en slib. Hierdoor verdwenen ook bijzondere soorten die hiervan afhankelijk zijn. De diepe ontwateringssloten voeren het bijzondere kwelwater snel af. Het gevolg is dat vegetatietypen die juist van vochtige omstandigheden en kwel houden niet konden overleven en uit het gebied zijn verdwenen.

Er is veel veranderd in het landschap, maar er liggen mooie kansen. In de sloten wijst een roestbruine kleur op de aanwezigheid van kwel, net als de aanwezigheid van planten als holpijp en dotterbloem. We willen de variatie in het landschap met de bijbehorende rijkdom aan planten en dieren herstellen. Door de waterkwaliteit te verbeteren dragen we ook bij aan de kwaliteit van benedenstroomse natuurgebieden.









Een hedendaagse beek

Met een nieuwe inrichting willen we niet terug in de tijd, maar willen we juist ook vooruit kijken. We werken aan het beekdal en de cultuurhistorie van de toekomst. Daarbij worden we wel geholpen door de gelaagdheid van het gebied. En soms loont het ook wel om oude structuren terug te brengen.

Kijken we door onze oogharen naar het schetsontwerp dan zien we cultuurhistorische elementen terug in het landschap rondom Vledder en Doldersum, met de karakteristieke madegronden en enkele natuurakkers. Indien mogelijk voegen we daar ook het cultuurhistorische gebruik als hooi- en weidegrond aan toe. Het kavelpatroon, gemarkeerd door sloten, houtwallen en singels blijft als laag zichtbaar.

Wat betreft de Vledder Aa zelf vallen we niet terug op een oude loop. En eigenlijk past dat ook wel, want grondradaronderzoek heeft uitgewezen dat er van één loop geen sprake is. Wij ontwerpen een beekloop die past bij het huidige systeem. Met een beekloop op de diepste delen van het dal. Bovenloops heeft de beek het karakter van een doorstroomoeras. Waar het beekdal echt verloop begint te krijgen ontstaat langzaam maar zeker een stromende beek. De loop hiervan meandert zorgvuling om archeologisch waardevolle locaties heen.

Al met al werken we aan een robuust en eigentijds beekdal dat de uitdagingen van deze tijd, onder andere op het gebied van klimaat, waterberging en ecologie aan kan. Het rijke verleden is daarbij een belangrijke inspiratiebron.



Interactief planproces

Het schetsontwerp is in participatie met de streek en specialisten tot stand gekomen. Zo organiseerde we een fietstocht en een aantal wandelingen door het plangebied voor geïnteresseerden. Wensen, ideeën en kennis die hier is opgehaald is ingebracht in het proces en verwerkt in het schetsplan.

De belangrijkste basis voor het ontwerp is gelegd in een tweetal schetssessies op locatie. Tijdens deze bijeenkomsten is met gebiedspartijen, de gebiedspartners en de specialisten van Hofstra|Heersche landschapsarchitecten en opdrachtgever Prolander geschetst aan het beekdal van de Vledder Aa. Daarbij zijn we in het ontwerptraject continue gevoed door het beschikbaar komen van de resultaten van onderzoek dat in het gebied heeft plaatsgevonden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een grondradaronderzoek dat de ondergrond gedetailleerd in kaart heeft gebracht.

Het ontwerp brengt de hele oogst bij elkaar in een uitgewerkt inrichtingsplan dat de uitkomst vormt van het zorgvuldig doorlopen proces en tegelijkertijd een functionerend en samenhangend plan vormt.







De meest actuele informatie over de Vledder Aa is te zien in de interactieve Storymaps die we samen met Prolander hebben samengesteld.



  • Kenmerken
Kenmerken

Middenloop Vledder Aa

Locatie: Vledder, Drenthe

Opdrachtgever: Prolander

Partners: Witteveen en Bos, Medusa

Status: Definitief ontwerp

Periode: 2021-2025



Genormaliseerde beek zoekt de ruimte


DSC0076-1-1280x905.jpg

Hernieuwbare energie in het landschap

De transitie naar duurzame energie trekt een zware wissel op het landschap. Desalniettemin pogen wij middels onderzoek en experiment te komen tot vernieuwende oplossingen die kunnen bijdragen aan de acceptatie, innovatie en vernieuwing in dit vraagstuk. Dat doen we op diverse manieren.


Onderzoek en experiment

De energietransitie heeft onherroepelijk impact op het hedendaagse landschap. In onze projecten onderzoeken wij de diverse toepassingen van de verschillende hernieuwbare energiebronnen en de effecten hiervan op het Nederlandse landschap en de gemeenschap.

Zo hebben we onlangs hebben we samen met Jan Maurits van Linge van Xi ontwerp en KameleonSolar een mooi experiment uitgevoerd. Daarbij hebben we onderzocht in  binnen welk palet van kleuren zonnepanelen zich laten bedrukken zonder verlies van opbrengst. Als eerste resultaat van deze experimenten is een eerste proefopstelling geplaatst op de dijk van de spuikom in Ritthem, Zeeland.

De prints van KameleonSolar kennen een heel eigen spectrum van kleuren. In algemene zin is dit smaller dan we gewend zijn bij gewone afbeeldingen. Binnen de reeksen en voorbeelden hebben we de uitersten verkent. Qua beschikbare kleuren en contrasten, maar ook de grafische mogelijkheden. De resultaten gaan we beoordelen op rendement en (on)zichtbaarheid in het landschap. Daarnaast onderzoeken Rijkswaterstaat en het Waterschap Scheldestromen in het programma Zon op Dijken in welke mate de opstelling van invloed is op de veiligheid van de dijk.




Foto Waterschap Scheldestromen













Energiecoöperaties

Wij streven naar samenwerkingsvormen waarbij de gemeenschap meeprofiteert van hernieuwbare energie. De energie wordt immers opgewekt in het publieke domein. Dan kan in de vorm van rendement, maar ook door maatschappelijke nevendoelen te realiseren.

Een energiecoöperatie is een goed voorbeeld waarbij certificaathouders gezamenlijk besluiten nemen en rendement verdelen. Zo streeft het Traais energie collectief (TEC) naar een energieneutraal Terheijden. Het TEC is een initiatief van en voor mensen uit Terheijden dat haar eigen, duurzame energie gaat opwekken van verschillende bron. Zo wordt TEC eigenaar van windmolens, zonnepanelen en geothermie en kan iedereen meeprofiteren door te participeren in de coöperatie. Wij mochten samen met de bewoners een plan maken voor een zonnepark dat tevens dienst doet als écht park.



Voor nieuwe natuur

Het plaatsen van nieuwe zonnepanelen of windmolens in natuurgebieden is uitgesloten. Maar waarom geen nieuwe natuur maken dankzij hernieuwbare energie? Voor een energiecoöperatie onderzochten we de mogelijkheid landbouwgrond om te zetten in nieuwe natuur! En wat voor natuur: droge heide met jeneverbesstruwelen en bremstruwelen. Schapen zorgen voor de begrazing tussen de panelen. Na de terugverdientijd en de verkoop van de panelen rest er enkel nog natuur voor de eeuwigheid.

Op deze manier kan tijdelijk zonnepark een permanente en positieve bijdrage leveren aan de natuurkwaliteit van Nederland.








Foto Rijkswaterstaat



Langs infrastructuur

In opdracht van overheden hebben we onderzocht welke bijdrage zij kunnen leveren aan de versnelling van de klimaatdoelstellingen. Voor Rijkswaterstaat hebben we bijvoorbeeld gekeken op welke wijze het wegennet ingezet kan worden om de opwekking van duurzame energie te bevorderen.

Daaruit concluderen we dat het niet louter gaat om het plaatsen van zoveel mogelijk windmolens of zonnepanelen langs snelwegen en knooppunten. Er liggen kans voor het Rijk, de provincie en gemeenten om samen op te trekken met gebiedspartijen. Als alle partijen breder kijken dan het eigen eigendom en het gesprek met gebouw- en terreineigenaren gaan voeren ontstaan er meer mogelijkheden en synergievoordeel in het gebruik van de ruimte. Dus niet méér ruimtegebruik maar intensief, tijdelijk en slim ruimtegebruik.



Meervoudig ruimtegebruik

Zonneparken hebben de mare landbouwgrond te verdringen en de bodem blijvend aan te tasten. In samenwerking met enkele boeren gaan we de uitdaging aan en onderzoeken we verschillende vormen van meervoudig ruimtegebruik.

Hierbij wordt de ruimte tussen de zonnepanelen geoptimaliseerd voor een divers agrarisch gebruik. Van melkveehouderij tot akkerbouw. De opstelling van de panelen wordt op de mechanisatie aangepast.

Daarnaast zullen de panelen worden geplaatst op een wijze waarbij zonlicht en regenwater zoveel als mogelijk in staat zijn door te dringen tot de bodem en de vegetatie om negatieve effecten hierop te verminderen of zelfs geheel weg te nemen.

Voor een aantal projecten hebben we een monitoringsprogramma opgenomen, waarbij de effecten op de vegetatie, bodem en natuurontwikkeling wordt gemonitord.








Energieneutrale landgoederen en buitenplaatsen

Een landgoed in de Achterhoek heeft de ambitie in haar eigen warmte en stroom te voorzien. Hiervoor is een kleinschalige biomassa centrale in één van de monumentale bijgebouwen bedacht. De stroom zal worden opgewekt door de plaatsing van zonnepanelen in de oorspronkelijke moestuin.

Hiertoe hebben we onderzoek gedaan naar de oorspronkelijke ‘koude bakken’ zoals die voorkomen op historische landgoederen. Aan de hand van deze referentiestudie en de historie van de moestuin hebben we ontwerp gemaakt voor een zonnepaneel dat toont als het glas van een oorspronkelijke koude bak. Op deze manier is het landgoed in staat alle gebouwen en eventuele toekomstige elektrische auto’s van voldoende stroom te voorzien.  Het is zelfs denkbaar met deels transparante panelen opnieuw plantgoed op te kweken onder het glas van het PV paneel!





Architectonische inpassing

Doorgaans wordt een zonneweide met landschappelijke middelen ingepast. In het geval van dit zonnepark in Nijmegen bevindt de opstelling zich aan een snelweglandschap te midden van grootschalige bedrijven. Het beeldkwaliteitsplan schrijft dan ook voor dat de zonneweide présence geeft naar de snelweg. Om te komen tot een bijzondere inpassing hebben we de samenwerking gezocht met Kosmo van Fair2Media.

De achterzijde van het zonnepark wordt in het voorstel gespiegeld tot een dynamische voorzijde. Voor de constructie wordt gebruik gemaakt van de techniek zoals ook gebruikt wordt voor de prefab onderbouw.  De vormgeving van de wand is gebaseerd op de kleuren en kristallijnen structuur van zonnecellen en haar elektroden. Langs het raamwerk worden fruitbomen geleid.




Beeld Fair2Media






Beeld Fair2Media






Op locatie en in de streek

De basis voor elk ontwerp vormt de sociale en landschappelijke context van een initiatief. Wat is de draagkracht van het gebied? Hoe is de betrokkenheid van belanghebbenden?  Met welke ambitie wordt er aan de plannen gewerkt? Wij gaan voor plannen met landschappelijke, natuurlijke en maatschappelijke meerwaarde.






  • Kenmerken
Kenmerken

Hernieuwbare energie

Locatie: Landelijk

Opdrachtgever: Landeigenaren, onderzoekinstellingen, energiecoöperaties

Partners: Wiek-II, Izzy Projects, Burgers geven energie, TEC, Fair2Media, ROM3D, Pondera Consultancy, BlueTerra, Rijkswaterstaat, Xi ontwerp, KameleonSolar, Oomen landschap, de Rentmeesterscoöperatie, TNO.

Status: In onderzoek en uitvoering


Voorop in de ontwikkeling


error: Content is protected !!