Overheden

Collage-entree-Benderse-191222-kopieren-1-1280x853.jpg

Ruinen

Provincie Drenthe, gemeente De Wolden, gemeente Westerveld, Natuurmonumenten, Europarcs en Recreatieschap Drenthe gaan een kwaliteitsimpuls geven aan het gebied tussen de entree van het Dwingelderveld en de kern Ruinen. Doel is dit gebied nog beter in te richten voor bezoekers en inwoners.


Trekker van formaat

Het Nationaal Park Dwingelderveld is het grootste aaneengesloten natte heidegebied van West-Europa. Ruinen functioneert als zuidelijke toegangspoort tot het natuurgebied. Het gebied rond Ruinen, met een bezoekerscentrum van Natuurmonumenten en een schaapskooi trekt hiermee veel bezoekers. Het bezoekerscentrum in Ruinen trekt momenteel jaarlijks circa 180.000 bezoekers. Ook de nabijgelegen vakantieparken ontvangen jaarrond steeds meer gasten.

De gebiedsontwikkeling Ruinen – Dwingelderveld geeft een kwaliteitsimpuls aan het gebied tussen de kern van Ruinen en het Nationaal Park. De maatregelen beogen een goede balans tussen de verschillende functies in het gebied. Hofstra|Heersche heeft op basis van een landschappelijke analyse voorstellen gedaan om de recreatieve infrastructuur te optimaliseren en de beleving van het Nationaal Park ook in het tussengebied te versterken.









Dwingelderveld

De heide vormt de topattractie van Ruinen. Alle fietsers, wandelaars en automobilisten komen samen op hetzelfde punt. Dit leidt niet tot problemen, wel tot grote druk(te).
Door de uitvoering van een samenhangend pakket aan maatregelen zijn we in staat de bezoekers te spreiden, langer vast te houden, de heide te ontslasten en Ruinen op de kaart te zetten als de Poort naar het Nationaal Park Dwingelderveld.

In het entreegebied worden kansen benut om nieuwe natuur te ontwikkelen en de recreatieve routing te verbeteren. De schaapskudde trekt geregeld rond door het gebied. De realisatie van een schaapsdrift tussen heide, Europarcs en de kern van Ruinen maakt het Nationaal Park beleefbaar tot aan de kern van Ruinen.





  • Kenmerken
Kenmerken

Ruinen

Locatie: Gemeente de Wolden, Drenthe

Opdrachtgever: Provincie Drenthe

Status: Participatie

Periode: 2023

Thema: Landschap, natuur, recreatie



Beleefbare natuur op bijzondere locatie


HVTB-luchtfoto-bombardement-1280x853.jpg

Havelterberg

Beleefbare historie te midden van de natuur


Vliegveld in Drenthe

De Havelterberg kent een rijke geschiedenis. Het gelaagde landschap dat daarvan het gevolg is, is in en om het plangebied nog afleesbaar. Zo liggen er in de nabijheid van het plangebied hunebedden, zijn er in de ondergrond resten van Celtic Fields en prehistorische woonplaatsen en boerderijen te vinden en hebben er twee grafheuvels gelegen.

Ter plaatse van het plangebied zijn veel sporen uit het verleden verdwenen. Reden hiervoor is dat het gebied ten tijde van de Tweede Wereldoorlog werd ingericht als vliegveld. Daartoe is het maaiveld behoorlijk op de kop gezet: delen van de Havelterberg zijn (of lijken) vergraven, terwijl andere delen zijn opgehoogd. Zo ontstond een vlak en stabiel maaiveld waarop een landingsbaan en verschillende rolbanen met daaraan gekoppeld hangars konden worden gerealiseerd.







Van bommenwerper tot orchidee

Het vliegveld is tegen het einde van de oorlog verschillende malen gebombardeerd door zowel de Engelsen als de Amerikanen. Toch is met name de laag uit de Tweede Wereldoorlog nog goed te beleven. Luchtfoto’s uit die tijd laten een waar slagveld zien met talloze bomkraters. Ze liggen vandaag de dag als poelen in het landschap.

De start- en landingsbaan heeft zich in de loop der tijd ontwikkeld tot een waardevol schraalland met daarin verspreid solitaire bomen en boomgroepen. De rolbanen die vanaf de kop van de landingsbaan naar de noordelijk gelegen hangars lopen zijn, net als de hangars, nog herkenbaar in het landschap.



De Havelterberg als bestemming

Het gebied wordt goed gevonden door bezoekers, het kan er een drukte van jewelste zijn. In een betrekkelijk klein gebied gebeurt dan ontzettend veel. Mensen op weg naar het bezoekerscentrum, de schaapskooi en de Vlindertuin en een prehistorische woning banen zich een weg door het gebied. Fietsers, mountainbikers, ruiters en wandelaars delen de paden. Daarbij komt het voor dat verschillende gebruikersgroepen elkaar soms in de weg zitten.

Het project heeft als doel om de waardevolle schraallanden en heidevelden in de nabije omgeving van het plangebied op een robuuste manier met elkaar in verbinding te brengen. Met een gericht pakket aan maatregelen willen we de natuurwaarden bevorderen, de waterhuishouding op orde te brengen en het recreatief gebruik in het gebied beter inrichten. Met subtiele ingrepen proberen we de ecologische potenties maximaal te benutten terwijl we de gelaagdheid van het landschap inzichtelijk en beleefbaar maken.







Start- en landingsbaan

Zo willen we de rolbaan terugbrengen in zijn volle breedte van 15 meter en uitvoeren als zandweg. Door zijn breedte biedt de rolbaan plaats genoeg aan wandelaars, ruiters en mountainbikers. Oude bomkraters worden uitgediept ten behoeve van het leefgebied van de kamsalamander. Het bestaande smalspoor wordt benut om de schaapskudde van de schaapskooi naar de schraalgraslanden te leiden. Ook de relatie tussen hangars en rolbanen wordt beter afleesbaar. Al vanaf grote afstand kijk je hierdoor in de hangar, een beeld dat talloze piloten vanuit hun cockpit ook gehad moeten hebben.







Verdrogingsbestrijding

Het oostelijk van het plangebied gelegen Uffelterzand heeft in toenemende mate last van verdroging. Het is wenselijk om zoveel mogelijk water, afkomstig van de Havelterberg, ten goede te laten komen van dit gebied. Het bosgebied ten noorden van het plangebied wordt bij voorkeur omgevormd tot een halfopen parkbos. Hierdoor ontstaat een min of meer open verbinding tussen het droge schraalgrasland aan de noordzijde van dit bos en het plangebied. Essentieel voor vlinders en andere insecten.

Om de recreatieve knoop nabij de parkeerplaats te ontwarren bestaat de wens een nieuw wandelpad over het grasveld in het verlengde van de start-/landingsbaan te realiseren. Dit leidt dit er toe dat wandelaars bij hun entree tot het gebied recht voor de rolbaan worden ‘gepositioneerd’, net als in vroeger tijden de jachtvliegtuigen. Om vervolgens op te stijgen in dit prachtige gebied.



  • Kenmerken
Kenmerken

Havelterberg

Locatie: Havelte, Drenthe

Opdrachtgever: Prolander

Status: Inrichtingsvisie

Periode: 2022

Thema: Landschap, natuur, recreatie



Beleefbare natuur op bijzondere locatie


Dronten-QS-luchtfoto-0154-1280x853.jpg

Landschappelijke kwaliteit van Oostelijk Flevoland

Bouwstenen voor ontwikkeling van een jonge polder


‘Je gaat pas zien als je het doorhebt’

Je gaat het pas zien als je het doorhebt’ is een veel gebruikte uitdrukking, geïntroduceerd door Johan Cruyff. Een uitdrukking die zeker ook van toepassing is op de polder. Want voor velen is de polder ‘het landschap van de grote maten’. Maar je gaat het pas zien als je het doorhebt. Het landschap van de Flevopolders is tot stand gekomen na wikken en wegen, na eindeloos discussiëren, na talloze inrichtingsschetsen. Een leeg canvas dat gevuld moest worden. Waar een maatschappij ontwikkeld moest worden en dat binnen enkele jaren moest functioneren als het oude land, dat voor deze ontwikkeling honderden jaren de tijd had.

Om de gemeente te helpen bij beleidskeuzes hebben we landschappelijke kwaliteit van de polder gepoogd te doorgronden en in beeld te brengen. Daarbij hebben wij geprobeerd de ontwerpgedachten bij het landschap van Oostelijk Flevoland, van de grote lijn tot het boerenerf, bij elkaar te brengen in een beknopte biografie.







Nieuw land als spiegel van een tijdsbeeld

De polder die volgde op de Noordoostpolder was Oostelijk Flevoland. Aanvankelijk was dit een op zichzelf staande polder. Pas later werd Zuidelijk Flevoland er tegenaan gelegd. Een uitbreiding die overigens van begin af aan gepland was. Ten opzichte van de NOP ging het hier niet langer alleen maar om het realiseren van landbouwgrond. Veel meer werd de polder als een multifunctioneel landschap opgevat. Daarbij was er aandacht voor zowel agrarische productieruimte als een aantrekkelijke woon- en werkomgeving. Reeds in de jaren zestig van de vorige eeuw waren de grote lijnen van het te realiseren landschapsbeeld vastgelegd. Daarna volgden de, soms door deskundigen zwaarbevochten uitwerkingen.





Een zee van ruimte

De beplantingen in Oostelijk Flevoland brengen, veel nadrukkelijker dan in de vorige polders, de eenheid van het gebied tot uiting. Onder andere doordat het areaal agrarische productiegrond zoveel mogelijk open is gehouden en de hoofdstructuur van de polder, bestaande uit kanalen en hoofdwegen en de polderranden met beplantingen werden geaccentueerd.

Dudok, als stedenbouwkundige betrokken bij de Zuiderzeewerken, formuleerde reeds in 1940 de wens om bosgordels aan te leggen in het nieuwe land. Het idee van de bosgordels was geïnspireerd op Amerikaanse Parkways. Deze bosstroken konden ‘de illusie van eindeloosheid wekken zodat de mensch er zich in verliezen kan’. Dudok streefde hiermee naar een synthese tussen de ‘rationele ingenieursarbeid’ en ‘bredere humane overwegingen’ waarin de schoonheidsdrang aan de dag treedt. ‘Een land van deze geweldige omvang mag niet een te eenzijdig agrarisch polderkarakter dragen. Hier moeten veelzijdige en harmonische landschappelijke kwaliteiten worden gewekt.’







Krachtige contouren en geleding van de ruimte

Het uiteindelijke landschap in Oostelijk Flevoland wordt bepaald door een aantal krachtig aangezette hoofdlijnen. Deze hoofdlijnen worden gevormd door de bosstrook langs de Randmeren en de laanbeplanting langs de hoofdwegen. Deze monumentale lanen, met een wegprofiel van 25 meter, kaderen ruimten in die variëren van drie tot zes kilometer. Daarmee wordt het ruimte-ideaal dat de ontwerpers voor de nieuwe polders voor ogen stond in Oostelijk Flevoland het dichtst benaderd. Dit ideaal is door Piet Kelder als volgt verwoord: ‘vanuit de beschutting van een laan uitkijken over een weidse ruimte, die toch meetbaar is door de bosrand aan de horizon’. Het landschapsconcept van Oostelijk Flevoland blijkt een grote mate van flexibiliteit te hebben, doordat het landschappelijk raamwerk is losgekoppeld van het landbouwkundig gebruik: cascoplanning avant la lettre.







Kernkwaliteiten

Sinds de inrichting van Oostelijk-Flevoland, nu ongeveer 60 jaar geleden, is er veel veranderd. Vanzelfsprekend heeft dat geleid tot ingrepen in het zorgvuldig ontworpen polderlandschap. Binnen de gemeente Dronten is een flink deel van de oorspronkelijke ideeën en plannen nog herkenbaar. Vaak zelfs vormen ze de kernkwaliteiten van de gemeente. Kwaliteiten die nu en dan onder druk staan, maar nog wel staan. Soms dienen de kwaliteiten versterkt te worden om recht te doen aan de oorspronkelijke opzet, soms is er behoefte aan een nieuwe, hedendaagse invulling om ook in de toekomst de kwaliteiten te kunnen waarborgen.



Bouwstenen voor toekomstige ontwikkelingen

Om grip te krijgen op de belangrijkste waarden van de polder hebben we de belangrijkste kwaliteiten beschreven in een zestal leidende thema’s. Deze vormen de bouwstenen van de polder en zijn kaderstellend voor nieuwe ontwikkelingen:

– Zorgvuldig geplande dijkenring
– Haarvaten van de polder: vaarten, tochten en sloten
– Hiërarchie van wegen ingezet voor het maken van ruimte
– Kernen en erven vormen eilanden in een zee van ruimte
– Fruitteeltgebieden als kleinschalig landschap rond de kernen
– Compositie van dijk, natuur en recreatie tussen oud en nieuw land

Toekomstige ontwikkelingen in de polder kunnen met deze biografie van oostelijk Flevoland in de hand zodanig vorm worden gegeven dat recht wordt gedaan aan het bijzondere gedachtegoed dat aan de inrichting van de polder ten grondslag ligt.





  • Kenmerken
Kenmerken

Landschappelijke kwaliteit van Oostelijk Flevoland

Locatie: Dronten, Flevoland

Opdrachtgever: Gemeente Dronten

Status: Onderzoek

Periode: 2023

Thema: Erfgoed, landschap, onderzoek, overheden



Biografie van een jonge polder


DJI_0010-1280x960.jpg

Herinrichting Vledder Aa

Ontwerp voor een hedendaagse en natuurlijke beek


Ruimte voor een natuurlijk beeksysteem

De Vledder Aa is onderdeel van het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Een netwerk dat natuurgebieden met elkaar verbindt. In dit project ontwerpen we in opdracht van en samen met Prolander 204 hectare nieuwe natuur. Met de inrichting geven we ook invulling aan de ‘Kaderrichtlijn Water’ en de opgave ‘Waterberging 21e eeuw’.

De herinrichting van de beek en het beekdal sluit goed aan op de opgave van het waterschap om het gebiedseigen water zoveel mogelijk in het gebied vast te houden. Zo is er voldoende water in droge periodes.

Ook aan de gebruikers van het landschap wordt gedacht. De herinrichting van de Vledder Aa biedt kansen voor recreatieve voorzieningen die passen bij de nieuwe natuur. Dit draagt bij aan de beleving van het Drentse landschap.

Het jaar 2021 staat in het teken van de gezamenlijke planvorming. In 2022 worden de plannen vastgesteld waarna ook de benodigde vergunningen worden aangevraagd. Het doel is de inrichting van de Vledder Aa (fase 2) in 2023 uit te voeren.







Eeuwenoud landschap

Het landschap dat we vandaag de dag zien en beleven is het resultaat van een eeuwenlange wisselwerking tussen de mens en zijn omgeving.

In Drenthe vormden beekdalen eeuwenlang een onmisbaar onderdeel in de boerenbedrijfsvoering. De lage, natte graslanden werden gebruikt om te hooien en om vee te laten grazen. Het is een agrarisch landschap ten voeten uit. Alle onderdelen van het landschap waren met elkaar verbonden en hadden een eigen functie in het landbouwsysteem.

De esdorpen Vledder, Doldersum en Wapse hadden elk een eigen deel van het beekdal van de Vledder Aa in gebruik. Het beekdal werd door de boeren verkaveld in lange, smalle percelen. Hiervoor werden sloten gegraven, loodrecht op de Vledder Aa. Door al die smalle percelen kreeg het beekdal het open karakter zoals wij het vandaag de dag kennen.



Naoorlogse ruilverkaveling

Van oorsprong is de Vledder Aa een langzaam stromende, kronkelende beek. Na de Tweede Wereldoorlog ging de beek op de schop als onderdeel van de ruilverkavelingen. Onder het mom van ‘nooit meer honger’ moesten technische maatregelen de landbouw efficiënter maken. Daarvoor moest de afwatering worden versneld. Niet alleen werd de Vledder Aa rechtgetrokken en verdiept (normalisatie). Ook werden er diepe sloten gegraven om percelen voldoende droog te maken. Smalle kavels werden samengevoegd, overbodige kavelsloten gedempt en houtwallen gekapt. Zo ontstonden de grote landbouwpercelen die ons herinneren aan de naoorlogse tijdgeest.







Van afvoeren naar vasthouden

De Vledder Aa vindt zijn oorsprong in de natuurgebieden van Drents-Friese Wold. Het is de enige beek in Nederland die ontspringt te midden van natuur. Hierdoor heeft de Vledder Aa verschillende ecologische, hydrologische en landschappelijke potenties. Het zijn kansen die we met een herinrichting willen benutten.

Het doel in dit project is om een natuurlijk en klimaatbestendig beeksysteem te ontwikkelen dat goed past in de omgeving. Onderdeel daarvan is het vertragen en vasthouden van water in het gebied. Ook willen we diepe kwelstromen beter gebruiken, zodat bijzondere planten en dieren weer terug kunnen komen.

Hoe gaat het verloop van de nieuwe beek er straks uitzien? We streven naar een herkenbaar, toekomstbestendig landschap met een rijke biodiversiteit en een gezonde waterhuishouding.





Voor plant en dier

Het beekdal van de Vledder Aa is van oudsher enorme rijk aan planten en dieren. Niet alleen in het water, maar ook op het land. Tot de ruilverkaveling in de jaren ’60 was de Vledder Aa een natuurlijk functionerend watersysteem. Het beekdal kende allerlei overgangen van hoog en droog naar laag en nat. Tijdens de ruilverkaveling werd de beek van zijn bochten ontdaan en verdiept om de waterafvoer te versnellen. Ook werden stuwen geplaatst om het waterpeil te kunnen sturen. Daarmee verdwenen, naast de stroomsnelheid, natuurlijke processen zoals de verplaatsing van zand en slib. Hierdoor verdwenen ook bijzondere soorten die hiervan afhankelijk zijn. De diepe ontwateringssloten voeren het bijzondere kwelwater snel af. Het gevolg is dat vegetatietypen die juist van vochtige omstandigheden en kwel houden niet konden overleven en uit het gebied zijn verdwenen.

Er is veel veranderd in het landschap, maar er liggen mooie kansen. In de sloten wijst een roestbruine kleur op de aanwezigheid van kwel, net als de aanwezigheid van planten als holpijp en dotterbloem. Let er maar eens op. We willen de variatie in het landschap met de bijbehorende rijkdom aan planten en dieren herstellen. Door de waterkwaliteit te verbeteren dragen we ook bij aan de kwaliteit van benedenstroomse natuurgebieden.









Een hedendaagse beek

Met een nieuwe inrichting willen we niet terug in de tijd, maar willen we juist ook vooruit kijken. We werken aan het beekdal en de cultuurhistorie van de toekomst. Daarbij worden we wel geholpen door de gelaagdheid van het gebied. En soms loont het ook wel om oude structuren terug te brengen.

Kijken we door onze oogharen naar het schetsontwerp dan zien we cultuurhistorische elementen terug in het landschap rondom Vledder en Doldersum, met de karakteristieke madegronden en enkele natuurakkers. Indien mogelijk voegen we daar ook het cultuurhistorische gebruik als hooi- en weidegrond aan toe. Het kavelpatroon, gemarkeerd door sloten, houtwallen en singels blijft als laag zichtbaar.

Wat betreft de Vledder Aa vallen we niet terug op een oude loop. En eigenlijk past dat ook wel, want grondradaronderzoek heeft uitgewezen dat er van één loop geen sprake is. Wij ontwerpen een beekloop die past bij het huidige systeem. Ook de wederopbouwperiode en de tijd van de ruilverkavelingen met hun weidsheid en grote percelen en rechtlijnige ontginningen zijn onderdeel van de cultuurhistorie van deze plek. In het schetsontwerp  worden de wederopbouwerven als groene eilanden in het beekdal zichtbaar gemaakt en blijven de relatief grote percelen uit deze periode herkenbaar in het gebied.

Al met al werken we aan een robuust en eigentijds beekdal dat de uitdagingen van deze tijd, onder andere op het gebied van klimaat, waterberging en ecologie aan kan. Het rijke verleden is daarbij een belangrijke inspiratiebron.



Interactief planproces

Het schetsontwerp kent een drietal pijlers. De belangrijkste basis wordt gevormd door twee ‘schets-sessies’. Tijdens deze bijeenkomsten is met gebiedspartijen, belangrijke stakeholders uit het gebied en specialisten van Hofstra|Heersche en Prolander geschetst aan het beekdal van de Vledder Aa. Voorafgaand aan deze schetsschuiten organiseerde we samen met Prolander een fietstocht en een aantal wandelingen door het plangebied voor geïnteresseerden. Wensen, ideeën en kennis die hier is opgehaald is ingebracht in de schets-sessies en, waar mogelijk, verwerkt in het schetsplan. De derde pijler wordt gevormd door de eerste resultaten van onderzoek dat in het gebied heeft plaatsgevonden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het grondradaronderzoek dat de ondergrond gedetailleerd in kaart heeft gebracht.

Het schetsontwerp brengt de hele oogst bij elkaar in een inrichtingsplan dat in de basis de uitkomst vormt van het doorlopen proces, en tegelijkertijd een functionerend en samenhangend plan vormt. Een in hoofdlijnen gedragen plan, dat de basis vormt voor nadere uitwerking in de volgende fase van het proces.

In de volgende fase werken we plan uit tot een uitvoerings-gereed ontwerp. Daarbij worden we gevoed door diverse onderzoeken die op dit moment worden uitgevoerd. Dit zal ons helpen om het voorliggende plaatje verder uit te werken tot een realistisch een maakbaar ontwerp.





  • Kenmerken
Kenmerken

Middenloop Vledder Aa

Locatie: Vledder, Drenthe

Opdrachtgever: Prolander

Partners: Witteveen en Bos

Status: Schetsontwerp

Periode: 2021-2022

Thema: Natuur, water, cultuurhistorie, agrarisch natuurbeheer, participatie



Genormaliseerde beek zoekt de ruimte


7A27BB0D-FD4F-4423-A16F-0D7D46BFDC01_1_105_c.jpeg
Ook op afstand..

Creatief samenwerken!

Juist in moeilijke tijden staan wij een creatieve manier van werken voor. Wij zetten al onze vindingrijkheid in om samen plannen te kunnen maken, bewoners te betrekken en besluitvormingsprocessen niet te vertragen.


Samenwerken als expertise

Wij hebben ons de afgelopen jaren bekwaamd in samenwerkingsprocessen. Zo maken wij ontwerpen met én voor mensen. Een wezenlijk onderdeel van onze aanpak is de intensieve samenwerking. Bij voorkeur in het veld. Of anders op locatie rond een kaart aan tafel.

De coronacrisis noopte ons onze aanpak, samenwerkingsvormen en werkwijzen tegen het licht te houden en aan te passen op nieuwe situatie. Dat ging aanvankelijk nog wat onwennig en met lichte tegenzin, maar ondertussen moeten we constateren dat een nieuwe manier van samenwerken vorm heeft gekregen en we onze interactieve aanpak en diensten onverminderd en ook na coronatijd kunnen blijven inzetten.

Wij bieden de kennis om intensief samen te kunnen blijven werken. In elke omvang, in elke vorm.







Naar buiten!

Meer nog dan ooit tevoren organiseren wij onze bijeenkomsten buiten. Dat was al effectiever en leuker, maar ook gezonder.

Ons mobiele kantoor met alle benodigde middelen nemen we, samen met onze mooie verhalen, gewoon mee. We vinden altijd wel een geschikte locatie. Want rond een lange picknicktafel of in een grote kring in de buitenlucht is het fijn en effectief overleggen. Het vergroot de betrokkenheid van de groep, binding met het gebied en zicht op de mogelijkheden.

Eropuit!



XL : maak het groter!

Als we niet naar buiten kunnen verschalen we onze middelen. Zo passen we onze omgeving aan op onze werkwijze.

Een kantoor wordt een zaaltje. A4 wordt een poster. En als de opkomst groot is, werken wij nog groter. Hiertoe werken wij samen met de opdrachtgever een corona-bestendig draaiboek uit voor elke afzonderlijke bijeenkomst en opkomst.

Zo hebben we al met succes een schetsschuit georganiseerd voor 30 deelnemers. Hiervoor hebben we reusachtige voorbereid, en een gymzaal biedt voldoende ruimte om goed samen te kunnen werken zonder dat de afstandsregels in het gedrang komen.







Doe het digitaal

Tegelijkertijd zien wij ook dat veel van het analoge samenzijn verschuift naar digitaal samenzijn. Hier hebben we ondertussen een waaier aan mogelijkheden toe. Afgestemd op cliënt kiezen we voor een bepaald platform: zoom, meet, miro, teams, u zegt het maar. Bij ons draaien deze programma’s naast elkaar.

Naast het bijdragen aan een regulier overleg zijn we in staat online presentaties te geven. Met Miro zijn we in staat in werkgroepverband te tekenen op dezelfde ondergronden en tezamen onderwerpen in beeld te brengen en te bespreken. Tot slot kunnen we ook onszelf streamen terwijl we aan het werk zijn op een analoge of digitale ondergrond, zodat we nog persoonlijker van gedachte kunnen wisselen.







Het beste van twee werelden

Door te blijven vernieuwen bieden we effectieve en boeiende interactieve online werkvormen. Zo kunnen we samen brainstormen, presentaties geven, stemmen, plannen bespreken, beoordelen en op kaart schetsen.

Ook zijn we in staat om analoog en digitaal werken te combineren. Dan werken we in een studio-opstelling vanuit kantoor aan onze schetsen en tekeningen, en filmen we onze vorderingen live. Deze stream is onderdeel van een digitaal overleg of digitale brainstorm.

We denken graag met u mee om te komen tot de meest geschikte werkvorm voor uw vraagstuk.



Creatief op afstand


Eelink_2020-Basiskaart-A0-1op1000-230120_DEF-1280x905.jpg
Wonen in een Nationaal landschap

Villawijk landgoed Eelink

Op landgoed Eelink in Winterswijk is het mogelijk zelf je huis te bouwen aan de oevers van de Wehmerbeek. Wij stellen de kaders voor de gebouwde en landschappelijke kwaliteit.


Wonen in het landschap

‘Landgoed Eelink’ is een villawijk die wordt gerealiseerd aan de zuidkant van Winterswijk. Het gebied heeft alle kenmerken van het karakteristieke landschap van Winterswijk: de slingerende Wehmerbeek, fraaie, oude beplantingsstructuren en karakteristieke erven.  In het beeldkwaliteitsplan zijn deze kwaliteiten aangegrepen om te komen tot een landschappelijk kader waarbinnen initiatiefnemers op ruime kavels hun eigen woning kunnen bouwen. Het landschappelijke kader bestaat uit brede, bloemrijke bermen en een doorlopende meidoornhaag die de kavels aan de voorzijde begrenst.







Streekeigen

Landgoed Eelink is gelegen in een waardevol en karakteristiek Winterswijks coulissenlandschap. Je zou kunnen zeggen dat alle karakteristieke elementen uit de streek op deze locatie samenkomen: boerenerf ‘Den Harden’, een kleinschalig agrarisch kampje, de groenblauwe dooradering van de meanderende Wehmerbeek en de aanwezigheid van een groende dooradering van bos en houtwallen. De ontwikkeling van Landgoed Eelink moet bijdragen aan behoud en versterking van de aanwezige landschappelijke en natuurlijke kwaliteiten. Hiertoe zijn voor de kavels die grenzen aan de verschillende bestaande landschappelijke waarden specifieke regels opgesteld.



Stedenbouwkundig plan

Het stedenbouwkundig plan gaat in op de verkaveling van Eelink-Noord. Per kavel is aangegeven wat het bouwvlak is waarbinnen hoofdgebouw en bijgebouw(en) geplaatst mogen worden. Ook is aangegeven op welke plaatsen in de openbare ruimte beplanting met bomen wordt voorgesteld.
Vervolgens gaan we in op de regels ten aanzien van beeldkwaliteit, waarbij we beginnen met het landschappelijke kader. Hiermee willen we borgen dat het lommerrijke, karakteristieke landschap behouden blijft en zich zelfs nog verder kan ontwikkelen. Bomen die we nu aanplanten kunnen zich immers ontwikkelen tot het monumentale groen van de toekomst.









Percelen grenzend aan het landschap

Groene dooradering (bos, houtwallen en opgaand groen)
Het landschappelijk raamwerk van opgaand groen is in de eerste plaats belangrijk voor flora en fauna, waaronder een lokaal aanwezige vleermuizenkolonie. Daarnaast is de groene dooradering bepalend voor de groene uitstraling van de wijk. Bestaande houtwallen, opgaand groen en bos worden daarom duurzaam in stand  gehouden.

Het dal van de Wehmerbeek
De Wehmerbeek is het benedenstroomse deel van de Vossenveldsbeek en stroomt na Winterswijk uit in de Groenlose Slinge. Het is een zogenaamde ‘plateaubeek’: een bijzonder type laaglandbeek welke is gelegen in een smal beekdal in een halfopen tot besloten landschap. Karakteristiek zijn de vele meanders, de aanwezigheid van oeverwallen, steilranden, holle oevers en oude beekarmen. Bij de herinrichting van de Wehmerbeek zijn poelen, bossages en plas-drasbermen ingericht. De aanwezigheid van opgaande beekbegeleidende beplanting is waardevol vanwege de beschaduwing van de beek. Ook brengt de vegetatie structuur aan in de beekoevers door doorworteling, stronken en overhangende takken.
De Wehmerbeek heeft een belangrijke rol voor de afvoer van overtollig (regen)water. Daarnaast heeft de beek sinds de herinrichting ecologische waarde voor het gehele beekecosysteem en een verbindende functie voor de uitwisseling van planten en dieren tussen leefgebieden boven- en benedenstrooms. Bijvoorbeeld voor de beekforel en de kamsalamander. Tot slot draagt de Wehmerbeek bij aan de landschappelijke en recreatieve belevingswaarde voor bewoners en recreanten.

Agrarisch erf ‘Den Harden’
In het verleden behoorde ‘Den Harden’ tot het gezamenlijk eigendom van de familie Huitink. Zij bezaten eveneens de hofsteden Aolbrink, Harmsman en de boerderij Alves. De geschiedenis van het erf gaat terug tot de eerste helft van de 19e eeuw.
De bouwopgave van Eelink-Noord ligt voor een belangrijk deel op de voormalige hoge akkergronden van Den Harden. Om het historische erf voldoende tot haar recht te laten komen zijn er regels opgesteld voor de belendende bouwkavels.



Aansprekende concepten

Om te komen tot een passende Winterswijkse villawijk hebben we de bestaande architectuur van Winterswijk in beeld gebracht. Concluderend zou je kunnen stellen dat Winterswijk een traditie heeft in het bouwen van bijzondere gebouwen, zowel woningen en stadsvilla’s als industriële gebouwen en boerderijen. Zeker voor de monumentale bebouwing binnen de bebouwde kom geldt dat hier (bijna) altijd een meer of minder bekende architect bij betrokken is. Voor de bebouwing in het buitengebied is dit niet altijd zo, in ieder geval is het niet altijd bekend. Met betrekking tot de scholtenboerderijen geldt wel dat het vaak onderscheidende gebouwen zijn, zowel in grootte als in vormgeving en mate van detaillering.

Ook Landgoed Eelink moet zich daarom kunnen ontwikkelen tot een bijzondere villawijk met een onderscheidend karakter: het cultuurhistorisch erfgoed en de monumenten van de toekomst. Zonder bijzondere bouwwerken uit te willen sluiten willen we echter wel komen tot een villawijk die een zekere eenheid uitstraalt en die wat sfeer en karakter betreft past bij Winterswijk. Hiertoe hebben we specifieke bouwregels voor landgoed Eelink opgesteld.

Hierbij beogen we groene wijk met volwaardige, herkenbare, complexe en volumineuze kapvormen ten bate van de uniciteit van elke afzonderlijke woning. Afgezwakte vormen van de hoofdvorm worden door deze regels uitgesloten. De samenhang wordt gewaarborgd door een palet aan hoogwaardige en duurzame materialen. Baksteen en hout zijn veel voorkomende bouwmaterialen in Winterswijk. In mindere mate wordt ook wel natuursteen (zandsteen of leisteen) gebruikt. Baksteen en hout vormen ook voor Landgoed Eelink de belangrijkste basis.







Architectuur met aandacht en ambacht

Een nieuwe villa op landgoed Eelink dient kwaliteit en een zekere allure uit te stralen. De nieuwbouw van een onder architectuur gebouwde villa nodigt uit tot het aanbrengen en uitdenken van details die het gebouw verbijzonderen en de uitstraling ervan versterken.
De detaillering kan zich uiten in afwisseling en ritmiek in het metselwerk of het combineren van diverse hoogwaardige materialen in de gevel. Ook zorgvuldig uitgewerkte verhoudingen, de mate van contrast tussen verschillende gebouwdelen en de zorgvuldige materialisering die het karakter van een gebouw versterken zijn voorbeelden van detaillering.










  • Kenmerken
Kenmerken

Villawijk landgoed Eelink

Locatie: Winterswijk, Gelderland

Opdrachtgever: Gemeente Winterswijk

Partners: WBC projecten, JS4EVER

Status: Vastgesteld

Periode: 2020

Thema: Stedenbouw, landschap, architectuur.


Landschappelijk wonen in unieke architectuur


DJI_0083-1280x960.jpg
Historische analyse Ster van Loosdrecht en Weersloot

Oostelijke Vechtplassen

Oostelijke Vechtplassen is de verzamelnaam van het uitgestrekte laagveenmoeras dat is gelegen tussen de rivier de Vecht en het Gooi. Het gebied bestaat uit een veelheid aan meren, plassen, trilvenen, legakkers en rietlanden. Tezamen vormen al deze stadia van verlanding en veenvorming een bijna 7000 hectare groot Natura-2000 gebied.


Gewaardeerd historisch landschap

Het natuurgebied vormt het decor voor een veelheid aan watersport-activiteiten, (verblijfs-)recreatie, agrarisch gebruik en woonvormen.  De provincie Noord-Holland is met de verschillende partijen in de Oostelijke Vechtplassen een Gebiedsakkoord overeengekomen. Hierin zijn ambities en doelstellingen opgenomen op het gebied van landschap, ecologie en recreatie. Het akkoord beoogt voor deze thema’s een integrale kwaliteitsverbetering te bewerkstelligen. Om die verbetering te realiseren is een samenhangend pakket aan maatregelen geformuleerd.

Voor de deelgebieden Ster van Loosdrecht en Weersloot hebben we een landschappelijke analyse opgesteld. In de landschappelijke analyse onderzoeken we de kenmerken van beide deelgebieden gedurende de afgelopen 200 jaar.







Waarderen van het bestaande

In een landschappelijke analyse onderzoeken we de kenmerken van twee deelgebieden van de Oostelijke Vechtplassen: de Ster van Loosdrecht en de Weersloot. Dit doen we door gebruik te maken van historische kaarten en GIS data. De belangrijkste ontwikkelingen in een tijdvak vertalen we naar landschappelijke kenmerken op hoofdlijnen. Met de kennis van de gebiedskarakteristiek formuleren we de bouwstenen voor de toekomstige ontwikkeling.

De analyse, overzichtskaarten en bouwstenen tezamen vormen de landschappelijke analyse. Het stuk biedt inzicht in de kwaliteiten van het gebied en handvatten voor de volgende fase in het proces, de inrichtingsfase.



‘Misschien is niets geheel waar, en zelfs dat niet.’

(Multatuli)

We weten niet precies hoe Nederland er in de prehistorie precies uitzag. We weten zeker niet hoe een bepaalde plek in Nederland er precies uit zag. Met behulp van historische kaarten kunnen we, met enig gemak, ongeveer 150 jaar terug kijken. Daarna wordt het al snel moeilijk. Toch hebben we ons best gedaan om voor de Ster van Loosdrecht en het gebied rond de Weersloot wat verder terug te kijken om zo de geschiedenis van dit landschap, dat zich kenmerkt door een bijzondere verkaveling, te kunnen duiden.

We hebben ons daarbij gebaseerd op hetgeen door verschillende mensen op verschillende momenten is uitgezocht en beschreven. De gedetailleerde kaart die in 1734 door Jan Spruytenburgh van het gebied werd gemaakt bracht ons in één sprong een stuk verder terug in de tijd.

Door veel te lezen, veel te vergelijken en telkens te toetsen aan verschillende kaarten uit verschillende tijden hebben we een beeld kunnen schetsen van het ontstaan van het landschap. Maar, zoals dat gaat met het beschrijven van geschiedenis, ‘misschien is niets geheel waar, en zelfs dat niet’. In grote lijnen zal het verhaal echter zeker kloppen, helemaal als we het hebben kunnen staven aan de hand van kaartbeelden of hebben gezien in het veld.

Verschillende inwoners van het gebied hebben ons rondgeleid en geholpen de meest recente geschiedenis van de Ster van Loosdrecht en het gebied rond de Weersloot in kaart te brengen. De Historische Kring Loosdrecht hielp ons aan een grote hoeveelheid interessante literatuur en kaartmateriaal.








In het onderzoeksgebied is de verschijningsvorm van het huidige landschap is niet los te zien van de unieke landschappelijke omstandigheden ter plaatse: de aanwezigheid van een (hoge) stuwwal in het oosten en de aanwezigheid van de Vecht in het westen. Daartussen voert de Drecht overtollig water af. Beide gebieden zijn als woeste veengronden in cultuur gebracht voor landbouwkundige doeleinden.

Deze intrinsieke verbondenheid heeft geleid tot de huidige verschijningsvorm van het huidige -open- landschap. Hierdoor is een duidelijk leesbaar landschap ontstaan. Het slotenpatroon van de Ster van Loosdrecht en -zij het in iets mindere mate- de Weersloot is sinds de ontginning in de 17e eeuw vrijwel ongewijzigd.



De aanwezigheid van de verkaveling en landschapselementen is, tot aan de recente geschiedenis, duidelijk te relateren aan omstandigheden ter plaatse: de aanwezigheid van veen in de ondergrond, de aanwezigheid van een zandige bodem of de aanwezigheid van, bijvoorbeeld, een landgoed. De vormgeving (of uiterlijk) van het landschap en gebruik van het landschap kennen een duidelijke wisselwerking: door vervening ontstaat open water op plaatsen waar geschikt veen aanwezig was. Door beweiding van de percelen en sloten die gebruikt worden als veekering zijn de oevers begraasd. Wordt een perceel niet gemaaid en/of onderhouden dan ontstaat direct ruigte in de slootkant en vervolgens (elzen)bos als gevolg van successie.

Uniek aan het gebied is verder dat schaalvergroting in de landbouw met betrekking tot de verkaveling, aan dit landschap voorbij gegaan. De laatste eeuwen is er aan de verkaveling nauwelijks iets veranderd. De boerderijen die ooit bij de kavels hoorden zijn terug te vinden in het huidige bebouwingslint. Er is dus sprake van een gaaf, historisch agrarisch landschap.






  • Kenmerken
Kenmerken

Oostelijke Vechtplassen

Locatie: Noord-Holland

Opdrachtgever: Provincie Noord-Holland

Status: Onderzoek

Periode: 2019


Het slotenpatroon is sinds de ontginning in de 17e eeuw vrijwel ongewijzigd


Ondernemers ontwikkelen toegankelijke natuur en verbrede landbouw

Nieuwe natuur Dronten Oost

De afgelopen jaren hebben we een bijdrage geleverd aan de realisatie van nieuwe natuur in Flevoland. In het kader van het programma Nieuwe Natuur van de Provincie Flevoland hebben we alle grondeigenaren in een zoekgebied gevraagd naar hun ideeën om nieuwe natuur, recreatie en landbouw in samenhang te ontwikkelen. In dit integrale gebiedsproces hebben we samengewerkt met STIVAS, LTO, Kadaster en Eelerwoude.


Bottom-up

Na alle geïnteresseerden grondgebruikers te hebben gesproken hebben we twee kansrijke deelgebieden vastgesteld. Hierbinnen zijn we met de bewoners aan de slag gegaan om ideeën concreet te maken. De resultaten zijn uitgewerkt in afzonderlijke inrichtingsplannen en businesscases. Het resultaat omvat de integrale ontwikkeling met meer dan 70 hectare nieuwe natuur, recreatieve routes en een verbetering van de bedrijfsstructuur.







Aan de keukentafel en in de schuur

‘Wij zijn ontzettend blij met deze positieve uitkomst. Nieuwe Natuur creëren aan de oostkant van Dronten in samenhang met de omgeving is natuurlijk prachtig. Maar ook de wijze waarop het tot stand is gekomen, in samenwerking met de ondernemers in het gebied, is een mooi voorbeeld van participatie’, aldus wethouder Jaap Oosterveld.


Gedeputeerde Jan-Nico Appelman: ‘Veel verschillende partijen, inclusief agrarische ondernemers, hebben constructief samengewerkt om tot één overkoepelend gebiedsplan te komen, waarin natuur wordt gecombineerd met recreatie en landbouw. Dat is wat het proces in dit project zo bijzonder maakt: iedereen draagt zijn eigen steentje bij aan de profilering van de oostkant van Dronten als recreatief verblijfsgebied én vestigingsplaats’.



Samenwerking voorop

Wij hebben gedurende het gehele proces de planvorming ondersteund. In de eerste plaats door een ecologische quick-scan op te stellen die aangeeft waar, hoe en welke  natuurwaarden kunnen worden gerealiseerd. Op vergelijkbare wijze hebben we nagedacht over de te behalen landschappelijke kwaliteit en recreatieve meerwaarde.

Op individueel niveau hebben we met de deelnemers gewerkt aan de vertaling van hun wensen en ideeën in concrete inrichtingsplannen. Na voltooiing hiervan hebben we voor elke ondernemer, samen met Brandhof  Natuur & Platteland en Albert Corporaal een individueel beheerplan opgesteld.

In het proces hebben we de samenhang tussen de afzonderlijke initiatieven bewaakt én bevordert. Tot slot hebben we de resultaten samen met Eelerwoude voorzien van een kostenraming. Het geheel van businesscases is vervat in de uitvoeringsovereenkomst tussen provincie en gemeente.





100 jaar Zuiderzeewet

In 2018 is het een eeuw geleden dat het Nederlandse parlement de Zuiderzeewet aannam. Dit wordt gezien als het startschot voor het ontstaan van de provincie Flevoland. Om dit te vieren heeft de provincie het initiatief genomen een nieuw landschapskunstwerk te realiseren.

Het ontwerp van Gramsma is een toevoeging aan de reeks van 7 reeds bestaande landschapskunstwerken in de provincie. Het ontwerp refereert aan 100 jaar Zuiderzeewet en de inpoldering. Het ontwerp behelst een stukje nieuw land, waarvoor een gegraven ruimte in de Zuiderzeegrond als tijdelijke mal wordt gebruikt. Het resultaat (de contramal) zal als een opgegraven archeologische vondst herinneren aan de bodem en een nieuw uitkijkpunt vormen op het ingepolderde landschap. Zo wordt een plek gecreëerd voor mens en natuur die de verborgen geschiedenis ervan toont.

In overleg met de kunstenaar hebben we het kunstwerk een plek gegeven in een van onze ontwerpen. Het komt op een prachtige locatie op de overgang van land naar water en zal worden ontsloten door een wandelpad.






  • Kenmerken
Kenmerken

Nieuwe natuur Dronten Oost

Locatie: Dronten, Flevoland

Opdrachtgever: Gemeente Dronten

Partners: STIVAS, Kadaster, Staatsbosbeheer, Eelerwoude, Bob Gramsma

Status: Planvorming

Periode: 2015-2017

Thema: Nieuwe natuur. Recreatie. Landbouw.



Ondernemers ontwikkelen toegankelijke natuur en verbrede landbouw.


WhatsApp-Image-2018-05-30-at-13.14.04-1-1280x720.jpeg
Atlas met de toestandsbeschrijving en actuele wateropgaven in woord en beeld

Atlas van de Waterkwaliteit

In opdracht van Waterschap Rijn en IJssel werken we aan geheel nieuw type atlas. In deze ‘Atlas van de Waterkwaliteit’ brengen we in beeld hoe het ervoor staat met de waterkwaliteit in de beken, plassen en sloten in het gebied van waterschap Rijn en IJssel.
Voor deze atlas hebben we de redactie, GIS analyse, illustraties, opmaak en het drukwerk verzorgd.


Aanpak

De atlas brengt ook in beeld wat de ontwikkelingen in de waterkwaliteit zijn geweest gedurende de afgelopen decennia, en wat er aan inspanningen is verricht om de waterkwaliteit te verbeteren. Daarbij geeft de atlas inzichten in de invloeden die er anno 2017 op de waterkwaliteit zijn.

Doel is om de toestand van de waterkwaliteit te kennen en te begrijpen. Daarmee vormt de atlas een belangrijke pijler om samen met partners uit het hele gebied en de bovenstroomse gebieden in Duitsland de mogelijkheden te verkennen om de waterkwaliteit in de toekomst nog beter te maken. In de Atlas is actuele beschikbare kennis uit monitoringsresultaten en relevante onderzoeksrapporten middels tekst, GIS en infographics op een leesbare en aantrekkelijke wijze gebundeld.







Prettig leesbaar

De Atlas is opgedeeld in een aantal onderdelen. De Samenvatting biedt in het kort de actuele stand van de waterkwaliteit. Het hoofdstuk ‘Introductie op de waterkwaliteit’ geeft een inleiding op de verschillende aspecten die relevant zijn voor de waterkwaliteit.
Het volgende hoofdstuk, ‘Beschrijving van het watersysteem’ bestaat uit twee delen. We gaan uitgebreid in op de rol van voedingsstoffen omdat deze wezenlijk zijn voor het ecologisch functioneren. Het eerste onderdeel beschrijft de relatie van een hoge voedselrijkdom van het water en de waterbodem met het ecologisch functioneren. Het tweede deel beschrijft de toestand en trends van voedingsstoffen in het oppervlaktewater. De concentraties voedingsstoffen zelf worden weergegeven en de trends die deze concentraties de afgelopen decennia hebben gevolgd.



Onderwerpen

In het hoofdstuk ‘Herkomst van voedingsstoffen’ staan per deelstroomgebied de meest relevante bronnen van voedingsstoffen centraal. De huidige toestand van de
microverontreinigingen in het oppervlaktewater wordt behandeld in het hoofdstuk ‘Beschrijving van het watersysteem – microverontreinigingen’. Omdat er verschillende soorten microverontreinigingen zijn, wordt per stof beschreven waar deze wordt aangetroffen en wat de verwachte effecten, bronnen en eventuele kennishiaten zijn. Tot slot geeft het hoofdstuk ‘Schoon water voor de mens’ een beeld van de waterkwaliteit in relatie tot een aantal specifieke mens-gerelateerde belangen van schoon water: de waterkwaliteit in de bebouwde omgeving, de zwemwaterkwaliteit, de risico’s voor drinkwaterwinningslocaties en de rol van oppervlaktewaterkwaliteit in relatie tot de
volksgezondheid.






  • Kenmerken
Kenmerken

Atlas van de waterkwaliteit

Locatie: Doetinchem, Gelderland

Opdrachtgever: Waterschap Rijn en IJssel

Partners: Damen drukkers

Status: Eerste druk

Periode: 2017-2018

Thema: Waterkwaliteit. GIS. Onderzoek.


Atlas met de toestandsbeschrijving en actuele wateropgaven in woord en beeld


Ortolaan-collage-zonder-tekstbalonnen-ORIGINEEL-EOWijers-1-1280x400.jpg
Naar een energie-producerende landbouw

EO Wijers: eervolle vermelding Plan Ortolaan

De jongste EO Wijers prijsvraag stond in het teken van het realiseren van een energie-neutrale stedendriehoek, het gebied tussen Apeldoorn, Deventer en Zutphen. Hofstra|Heersche heeft samen met Bioniers (Adrie Otte) en Christina Oosterhoff een inzending voorbereid die werd beloond met een eervolle vermelding.


Aanpak

Wetenschappers hebben uitgerekend dat voor elke joule geconsumeerd voedsel zeven joule aan (fossiele) brandstof nodig is om het te produceren, transporteren, verpakken en conserveren. Brandstof voor tractoren maakt 51% van de energievraag uit van de landbouwsector. Omdat het produceren van voedsel zo energie-intensief is, bedachten we voor de overwegend agrarische stedendriehoek een plan om de landbouw om te vormen tot energieproducent.







Toerist in eigen land

‘Plan Ortolaan’ stelt een landbouwsysteem voor dat de energiebehoefte drastisch vermindert, biomassa voor energie als bijproduct levert, de kwaliteit van de bodem verbetert, kringlopen van mineralen sluit en de biodiversiteit van het platteland sterk vergroot. Landbouw volgens Plan Ortolaan is bovendien financieel gezonder dan gangbare landbouw. De boer heeft minder uitgaven aan kunstmest, gewasbeschermingsmiddelen, veevoer en andere bedrijfsmiddelen waardoor bij een lagere omzet het bedrijf toch rendabel is. Naast de financiële voordelen vergroot Plan Ortolaan de landschappelijke kwaliteit in de stedendriehoek.



Aansprekende concepten

De kern van het idee is bio-mimicry: het nabootsen van de natuur. Hoe complexer een ecosysteem, hoe efficiënter de energie uit het zonlicht wordt benut. Een energie-efficiënt landbouwsysteem lijkt dan ook op het van nature ter plekke voorkomende ecosysteem, maar dan nagebouwd met voedselgewassen en landbouwdieren. Natuur, landbouw en energiewinning gaan hier hand in hand. Vandaar ook de naam van het plan: de ortolaan is een vogel die honderd jaar geleden vrij algemeen was in ons kleinschalige agrarisch landschap. Door schaalvergroting in de landbouw is de ortolaan nu vrijwel verdwenen. Plan Ortolaan zorgt voor een landschap waarin de ortolaan zich weer thuis zal voelen. In een regio die mede afhankelijk is van inkomsten van recreatie, is de versterking van het landschap die Plan Ortolaan biedt van groot economisch belang.









Wat is Plan Ortolaan?

  • Energie
  • Producten
  • Bedrijf
  • Bedrijf

Naar een energieproducerende landbouw…

Het produceren van voedsel is energie-intensief. Wetenschappers van de Universiteit van Michigan hebben uitgerekend dat voor elke joule geconsumeerd voedsel 7 joule aan (fossiele) brandstof nodig is om het te produceren, transporteren, verpakken en conserveren[1]. Brandstof voor tractoren maakt 51% van de energievraag uit van de landbouwsector (exclusief de glastuinbouw). Elektriciteit (26%) en aardgas (19%) volgen op ruime afstand[2]. Indirect energieverbruik komt voor rekening van de productie en vervoer van kunstmest, veevoer, landbouwmachines en andere productiemiddelen.

Om te komen tot een energieleverende landbouw is het nodig om de directe én indirecte energiebehoefte terug te dringen en energie te produceren – uit biomassa, wind en zon – zonder dat dit ten koste gaat van de voedselproductie. En dat gaan we doen in Plan Ortolaan.

[1] Heller, M.C. & G.A. Keoleian (2000). Life Cycle-Based Sustainability Indicators for Assessment of the U.S. Food System. Center for Sustainable Systems, University of Michigan. Report No. CSS00-04, December 6, 2000.

[2] Bron: CBS.

…met een grote verscheidenheid aan kwalitatief hoogstaande producten…

Plan Ortolaan stelt een landbouwsysteem voor dat de energiebehoefte drastisch vermindert, biomassa voor energie als bijproduct levert, de kwaliteit van de bodem sterk verbetert, kringlopen van mineralen sluit, de biodiversiteit van het platteland sterk vergroot en de landschappelijke kwaliteit verbetert.

Het systeem gaat uit van de kracht van de natuur. Hoe complexer een ecosysteem, hoe efficiënter de energie uit het zonlicht wordt benut. Een energie-efficiënt landbouwsysteem lijkt dan ook op het van nature ter plekke voorkomende ecosysteem: het ecosysteem wordt nagebouwd met voedselgewassen en landbouwdieren.

Dergelijke landbouwsystemen zijn over de hele wereld sporadisch toegepast. Plan Ortolaan is gebaseerd op het systeem dat Mark Shepard beschrijft in zijn boek Herstellende Landbouw[1]. Hij heeft zijn gangbare landbouwbedrijf langzamerhand omgebouwd naar een agro-ecosysteem met vele soorten gewassen, vee en pluimvee. Het van nature voorkomende ecosysteem heeft hij nagebouwd met notenbomen, fruitbomen, hazelaars en bessenstruiken. Hiertussen groeien eenjarige gewassen, gras en kruiden. Vee scharrelt onder de bomen en eet te vroeg afgevallen fruit en noten, kruiden en gras. Het gelaagde systeem benut het zonlicht optimaal. De dieren zet hij ook in als landbouwinstrument, bijvoorbeeld bij de bestrijding van onkruiden en het openhouden van de bodem. Elk gewas en dier heeft meerdere functies binnen het systeem.

[1] Shepard, M. (2014). Herstellende landbouw. Agro-ecologie voor boeren, burgers en buitenlui. UItgeverij Jan van Arkel.

… en een gezonde bedrijfsvoering.

Een dergelijk landbouwsysteem produceert per hectare meer voedingswaarde dan gangbare systemen, met een minimum aan fossiele energiebehoefte. Door de vergrote biodiversiteit is de kans op ziekten en plagen sterk gereduceerd en heeft hij geen gewasbeschermingsmiddelen nodig. Benodigde bemesting en veevoer worden geproduceerd op eigen bedrijf, waarbij het veevoer grotendeels bestaat uit niet-verkoopbare biomassa, zoals afgevallen en nog niet rijpe vruchten.

Naast de opbrengst van voedsel heeft het bedrijf een opbrengst van drie tot dertig ton aan energiebiomassa in de vorm van hout en notenschillen per hectare. Dit is meer dan genoeg om in de eigen energiebehoefte te voorzien en na het plaatsen van een biomassavergasser, zonnepanelen op de daken van gebouwen en eventueel een windmolen levert het bedrijf elektriciteit aan het net. Een windturbine met een hub-hoogte van 70 m zien wij als een logisch element op een bij deze nieuwe landbouwvorm passend boerenerf.

Uit voorbeelden elders in de wereld blijkt dat landbouw volgens Plan Ortolaan financieel gezonder is dan de gangbare landbouw. De boer heeft minder uitgaven aan kunstmest, gewasbeschermingsmiddelen, veevoer en andere bedrijfsmiddelen, waardoor bij een lagere omzet het bedrijf toch rendabel is. En hij is minder afhankelijk van sterk fluctuerende marktprijzen en kan zelfvoorzienend zijn in voedsel en brandstof.

… en een gezonde bedrijfsvoering.

Een dergelijk landbouwsysteem produceert per hectare meer voedingswaarde dan gangbare systemen, met een minimum aan fossiele energiebehoefte. Door de vergrote biodiversiteit is de kans op ziekten en plagen sterk gereduceerd en heeft hij geen gewasbeschermingsmiddelen nodig. Benodigde bemesting en veevoer worden geproduceerd op eigen bedrijf, waarbij het veevoer grotendeels bestaat uit niet-verkoopbare biomassa, zoals afgevallen en nog niet rijpe vruchten.

Naast de opbrengst van voedsel heeft het bedrijf een opbrengst van drie tot dertig ton aan energiebiomassa in de vorm van hout en notenschillen per hectare. Dit is meer dan genoeg om in de eigen energiebehoefte te voorzien en na het plaatsen van een biomassavergasser, zonnepanelen op de daken van gebouwen en eventueel een windmolen levert het bedrijf elektriciteit aan het net. Een windturbine met een hub-hoogte van 70 m zien wij als een logisch element op een bij deze nieuwe landbouwvorm passend boerenerf.

Uit voorbeelden elders in de wereld blijkt dat landbouw volgens Plan Ortolaan financieel gezonder is dan de gangbare landbouw. De boer heeft minder uitgaven aan kunstmest, gewasbeschermingsmiddelen, veevoer en andere bedrijfsmiddelen, waardoor bij een lagere omzet het bedrijf toch rendabel is. En hij is minder afhankelijk van sterk fluctuerende marktprijzen en kan zelfvoorzienend zijn in voedsel en brandstof.


Wat krijgen we daarvoor terug?

  • Kwaliteit
  • Werk
  • Bedrijf
  • Draagvlak
  • Innovatie
  • Pilot

Een prachtig landschap en gezonde natuur, goed voor de recreatieve sector…

De landschappen in de Stedendriehoek –Achterhoek, rivierlandschap en Veluwe – worden gekenmerkt door een aansprekende afwisseling van landschappen, met vele landgoederen en natuurgebieden met bijzondere natuurwaarden. Plan Ortolaan vergroot de landschappelijke kwaliteit door uit te gaan van het van nature aanwezige ecosysteem. Het plan past daarmee uitstekend binnen beleidsambities van de provincie[1] over de herijking van de Ecologische Hoofdstructuur. Natuur, landbouw en energiewinning gaan hand in hand. Vandaar ook de naam van het plan: de ortolaan is een vogel die 100 geleden vrij algemeen was in ons kleinschalige agrarisch landschap. Door schaalvergroting in de landbouw is de ortolaan nu vrijwel verdwenen. Plan Ortolaan zorgt voor een landschap waarin de ortolaan zich weer thuis zal voelen. En in een regio die mede afhankelijk is van inkomsten van recreatie is de versterking van het landschap die Plan Ortolaan biedt van groot economisch belang[2].

[1] Plan Bureau voor de Leefomgeving, Toets herijking Ecologishe Hoofdstukctuur Gelderland, 4 juni 2012

[2] Bijvoorbeeld: de Agenda Stedendriehoek (april 2013), Beleidsuitwerking Natuur en Landschap, Provincie Gelderland (2012)

…en gezonde agrarische bedrijven en werkgelegenheid in de voedselketen.

De economische waarde van Plan Ortolaan zit niet alleen in gezonde agrarische bedrijven en kansen voor recreatie, maar ook in versterking van de voedselketen. Het economisch belang van de voedselketen in de Achterhoek is groot en zorgt voor veel bedrijvigheid en werkgelegenheid. Maar die staat wel onder druk[1]. Om de negatieve ontwikkelingen te stoppen, is het cruciaal dat er meer intersectorale samenwerking op regionaal niveau plaats vindt. Een eerste kansrijke verbinding is die tussen de recreatieve sector en de voedselketen. Door deze verbindingen zullen er meer recreanten komen, die voor een deel ook in de Stedendriehoek gaan wonen. Een tweede kansrijke verbinding is die tussen voedselverwerkende industrie, detailhandel en horeca. Zo kunnen verwerkers meer consumenten betrekken bij het verwerkingsproces, kunnen supermarkten streekmarkten en workshops houden over de lokale eetcultuur en kan de horeca inspelen op de wensen van de toeristen.

[1] Fontein, R.J., V. Linderhof, M. Stuiver, R. Michels & G. Tacken (2013). Kracht van de Achterhoek. De waarde van voedselketens voor de regio. Alterra rapport 2449, Alterra Wageningen UR.

… en een gezonde bedrijfsvoering.

Een dergelijk landbouwsysteem produceert per hectare meer voedingswaarde dan gangbare systemen, met een minimum aan fossiele energiebehoefte. Door de vergrote biodiversiteit is de kans op ziekten en plagen sterk gereduceerd en heeft hij geen gewasbeschermingsmiddelen nodig. Benodigde bemesting en veevoer worden geproduceerd op eigen bedrijf, waarbij het veevoer grotendeels bestaat uit niet-verkoopbare biomassa, zoals afgevallen en nog niet rijpe vruchten.

Naast de opbrengst van voedsel heeft het bedrijf een opbrengst van drie tot dertig ton aan energiebiomassa in de vorm van hout en notenschillen per hectare. Dit is meer dan genoeg om in de eigen energiebehoefte te voorzien en na het plaatsen van een biomassavergasser, zonnepanelen op de daken van gebouwen en eventueel een windmolen levert het bedrijf elektriciteit aan het net. Een windturbine met een hub-hoogte van 70 m zien wij als een logisch element op een bij deze nieuwe landbouwvorm passend boerenerf.

Uit voorbeelden elders in de wereld blijkt dat landbouw volgens Plan Ortolaan financieel gezonder is dan de gangbare landbouw. De boer heeft minder uitgaven aan kunstmest, gewasbeschermingsmiddelen, veevoer en andere bedrijfsmiddelen, waardoor bij een lagere omzet het bedrijf toch rendabel is. En hij is minder afhankelijk van sterk fluctuerende marktprijzen en kan zelfvoorzienend zijn in voedsel en brandstof.

Duurzaamheid als ‘licence to produce’…

Uit de ‘Basisverkenning Gelderse Land- en Tuinbouw’[1] blijkt dat de agrarische sector steeds meer inzet op duurzaamheid: dierenwelzijn, water en energieverbruik, minder bestrijdingsmiddelen, preventie van dierziektes, duurzame agrologistiek, en de productie van duurzame energie (in de multifunctionele landbouw de sterkste stijger!). En voor het verkrijgen van Europese subsidies zijn vergroeningsmaatregelen verplicht.

Duurzame landbouw wordt door de sector steeds meer gezien als voorwaarde voor maatschappelijk draagvlak: een ‘license to produce’. De consument wordt belangrijker, en die vraagt naar duurzaam en gezond voedsel, en transparantie over herkomst en productiewijze. Er is een duidelijke local for local trend met een herwaardering voor producten uit de regio. In de Stedendriehoek vind je bijvoorbeeld IJsselVallei, Veel Luwe, Slow Food en Achterhoek producten.  

[1] Basisverkenning Gelderse Land- en tuinbouw, Bureau Bartels, februari 2015

… passend bij de trend van innovatieve boerenbedrijven.

De al genoemde Basisverkenning beschrijft verschillende trends in de landbouw. Een van de trends is die van de ‘innovatieve’ boeren, die streven naar een hogere toegevoegde waarde en onderscheidende producten. Zij zien meerwaarde in samenwerking in de keten en produceren voor de lokale of regionale markt. In kwaliteit boven kwantiteit. Bij deze innovatieve boeren past Plan Ortolaan.

Kennisopbouw in een lokale pilot…

Door samen te werken aan aansprekende voorbeelden in de regio waarin gezonde landbouw, natuur en landschap gecombineerd worden. Niet alleen om het concept te vertalen naar de Nederlandse situatie, maar ook om te laten zien dat het in de praktijk werkbaar en economisch haalbaar is. En ook om te verkennen hoe een gangbaar landbouwbedrijf stapsgewijs omgevormd kan worden. Een geslaagde pilot zal de agrarische sector het vertrouwen geven dat een andere aanpak mogelijk is. Dit is de belangrijkste stimulans voor een daadwerkelijke omschakeling binnen de sector.

Wat leren we van de pilots?

Kennis over de productie. We verkennen hoe een ecosysteemlandbouwbedrijf in Nederland rendabel kan produceren. Rondom de pilot vormen we een leergemeenschap van boeren, LTO, kennisinstellingen, de overheid.

Kennis rond de afzetmarkt. We verkennen welke producten interessant zijn voor de markt. Hierin kunnen coöperaties en producentenorganisaties een belangrijke rol spelen[1]. De oude zuivelcoöperaties, maar ook de nieuwe energiecoöperaties, en nog op te richten coöperaties voor bijvoorbeeld de notenoogst.

Nieuwe kaders van de overheid, waarin de opgaven voor energie, landschap, natuur en landbouw worden verbonden. En een daarbij passend wettelijk instrumentarium, eventueel eerst tijd- en plaatsgebonden.

…en het delen van die kennis met anderen, binnen de keten en met andere sectoren.

De rol van de overheid is in meerdere opzichten cruciaal. Zij zal een stuwende rol moeten te spelen in de ontwikkeling van kennis en de leeromgeving moeten faciliteren. Zij zal beleid en wet- en regelgeving indien nodig aan moeten passen. En daarnaast zal de overheid zal haar vertrouwen in en goedkeuring voor deze ontwikkeling moeten uitspreken. Dit geeft de ondernemers de steun in de rug die zijn nodig hebben om deze belangrijke stap te zetten.

En de overheid kan samen met de betrokkenen zorgen voor publiciteit. Zodat de resultaten van de pilot breed bekend worden en navolging krijgen. Want we zijn nog lang niet uitgeleerd.

[1] Zie ook Kamerbrief Verslag informele Landbouwraad 9-10 september 2013, DGA-ELV/ 13153837






  • Kenmerken
Kenmerken

EO Wijers prijsvraag

Locatie: Stedendriehoek, Gelderland

Opdrachtgever: EO Wijers Stichting

Partners: Christina Oosterhoff, Adrie Otte

Status: Prijsvraag

Periode: 2015

Thema: Landbouw. Energie.


Naar een energie-producerende landbouw