Park & landgoed

DSC0190-uitgelichte-afbeelding-1280x960.jpg
Zonnepark op complex historische buitenplaats

In de Achterhoek

Een Achterhoeks landgoed heeft het voornemen om haar energiebehoefte duurzaam op te wekken. Idee is om hiertoe een aantal zonnepanelen op het landgoed te realiseren. Het terrein ligt binnen de zogenaamde de begrenzing die aanduidt wat als ‘complex historische buitenplaats’ wordt gezien.


Duurzame energie op een rijksmonument

De rentmeester van het landgoed heeft ons gevraagd te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn op een passende wijze zonnepanelen te plaatsen op het beschreven perceel. Daarbij liggen er wat ons betreft kansen in het verleden van de beoogde locatie als moestuin. Daarbij hebben we verschillende scenario’s uitgewerkt.







De revitalisatie van het historisch gebruik als moestuin, met toepassing van koude bakken (of platte bakken) als drager van zonnepanelen ligt om verschillende redenen zeer voor de hand. Zo lijkt het te passen binnen het historische grondgebruik op de specifieke plek. Daarnaast zijn koude bakken in de regel gericht op het zuiden. Ideaal voor plaatsing van zonnepanelen. Tot slot is het gebruik van koude bakken op historische buitenplaatsen wijdverbreid. Daarmee kan deze toepassing mogelijk een breder vervolg krijgen op andere landgoederen en buitenplaatsen.

In een vergelijkende studie hebben we de meest voorkomende gedaantes van koude baken onderzocht. De referentiebeelden laten een brede selectie aan koude bakken zien op historische buitenplaatsen. In de regel zijn de bakken opgetrokken uit metselwerk. De glashoek bevindt zich typisch tussen de 15° en de 30°. Wanneer het bouwwerk tegen een muur staat betreft het doorgaans een druivenkas. De druivenkas is toegankelijk en voorzien van een glashoek boven de 45°.



De detaillering van de verschillende koude bakken verschilt op onderdelen. Het metselwerk is doorgaans uitgevoerd als halfsteensverband of wildverband. De bovenzijde afgewerkt met een rollaag, halfsteens metselwerk, natuursteen deklaag of staalconstructie. Een enkele koude bak is uitgevoerd in (prefab) beton of stucwerk. De gemetselde varianten hebben geregeld natuurstenen hoekstukken.
De bakken zijn bedekt met helder glas. De ramen zijn vervat in een houten sponning of in stalen hoekprofielen. Soms gebeitst, soms onbehandeld en roestig qua uitstraling. Bij moderne varianten is de stalen sponning gegalvaniseerd of donker gebeitst.
Het glas op de koude bak wordt gedragen door vaste dwarsbalken. Soms zijn deze integraal onderdeel van de hoofdconstructie en uitgevoerd in hetzelfde materiaal als de ombouw. In andere gevallen worden houten balken of stalen profielen als ligger gebruikt.
Het glas kan altijd worden geopend of weggenomen. De wijze waarop kan verschillen. De éénruiters kunnen door middel van een stok of baksteen worden opengezet. Soms is er sprake van een schuifmechanisme waarbij de ruiten naar de boven- en onderzijde kunnen worden uitgeschoven. Het midden wordt zo geopend. In een andere variant kunnen de ramen met handvatten worden opgepakt en elders worden neergelegd. De bakken van de Keukenhof zijn trapsgewijs regelbaar met bijzondere maatwerk profielen. De herstelde bak op landgoed Eyckenstein heeft een mobiele kraan die in staat is de enorme ruiten te verplaatsen.








De architectuur op het landgoed kent een sterke samenhang. Alle hoofdgebouwen zijn opgetrokken uit dezelfde rode metselsteen. Ook de toegepaste verbanden zijn identiek. Het hoofdhuis kent een wat voornamere uitstraling door de toepassing van traveeën en reliëf in de gevel.

Alle ondergeschikte bouwwerken zijn allen gebouwd uit hout. Een aanwezige droogschuur is voor de helft van hout opgetrokken. Je zou kunnen zeggen dat de variatie in het voorkomen van de gebouwen uitdrukking geeft aan de verschillende functies en hiërarchie.

Het gehele bebouwde complex krijgt hierdoor, ondanks de vele verschillende volumes en hoofdvormen een vanzelfsprekende samenhang.



Voor de koude bakken volgen we eenzelfde strategie: we kiezen voor het gebruik van hout in een eenvoudige hoofdvorm. De functie behoeft vanwege het rendement goede koeling.

Net als de droogschuur realiseren we dit door de opstelling te voorzien van een open gevel welke is opgetrokken uit houten regelwerk afkomstig van het landgoed.

Tussen open ruimte tussen de in breedte variërende regels voorzien in de benodigde verkoelende werking. De gehele opstellen zal na voltooiing zwart worden gebeitst.






  • Kenmerken
Kenmerken

Zonnepark op complex historische buitenplaats

Locatie: Gelderland

Opdrachtgever: De Rentmeesterscoöperatie, Zupthen

Status: Ontwerp

Periode: 2020


Ondanks de vele verschillende volumes en hoofdvormen ontstaat een vanzelfsprekende samenhang


DJI_0016-1280x720.jpg
Duurzame kwaliteit voor Kasteel Keppel en de dorpsstraat van Laag-Keppel

Kasteel Keppel

Als groene gemeente met de hoogste dichtheid aan landgoederen in Nederland wil de gemeente Bronckhorst haar landgoederen actief ondersteunen bij het realiseren van hun (maatschappelijke) doelstellingen. Voor veel landgoederen is de duurzame instandhouding een van de grootste uitdagingen van deze tijd. Daarom bood de gemeente landgoed Keppel een ‘schetsschuit’ aan: een interactieve aanpak waarmee zij een impuls wil geven aan de actuele ontwikkelingen en een bijdrage hoopt te leveren aan de duurzame instandhouding van Kasteel Keppel. Hofstra|Heersche organiseerde het gehele proces, van werksessie tot uitwerking. Tijdens de werksessie had Willem van Wingerden van Gesprek in Beweging de rol van dagvoorzitter. Zo kon Hofstra|Heersche zich richten op de inhoud van het project.


Vervlochten met de omgeving

Kasteel Keppel, op een eiland in de Oude IJssel, is de kern van landgoed Keppel. Aan de voet van dit kasteel ligt de buurtschap Laag-Keppel. Rond het eiland ligt een domein van ongeveer zeshonderdtwintig hectare met bos- en natuurgebieden, landbouwgronden en een historische tuin- en parkaanleg.







Verbeterslag

Landgoed Keppel en het kasteel op het eiland zijn nauw met elkaar verbonden. De duurzame instandhouding van het landgoed kon dan ook niet los worden gezien van ontwikkelingen op het eiland. De volgende vragen stonden centraal in het proces:

  •  Welke kansen liggen er op landgoed Keppel om de landgoedkwaliteiten te waarborgen en zo mogelijk te verbeteren en vermogen te genereren dat nodig is om het landgoed duurzaam in stand te houden?
  • Hoe kan de leefbaarheid van het ‘eiland Keppel’ worden verbeterd worden en hoe kan de recreatieve aantrekkelijkheid worden verhoogd?

Tijdens de schetsschuit kwamen verschillende thema’s aan bod die bijdroegen aan het beantwoorden van deze vragen. Om goed aan de slag te kunnen is het belangrijk dat iedere deelnemer basiskennis heeft van het landgoed en wat er speelt. Daartoe is een achtergronddocument opgesteld met daarin de ontstaansgeschiedenis van het landgoed. Ook komen de verschillende pijlers onder het landgoed aan bod en worden de in de schetsschuit te behandelen thema’s geïntroduceerd en toegelicht.



Interactieve werkwijze

De werksessies werden ingevuld volgens de methode ‘schetsschuit’. Tijdens een schetsschuit worden ideeën en feiten niet alleen opgeschreven, maar ook opgetekend op een kaart. Voor dat doel zijn er op de dag van de schetsschuit verschillende themakaarten op groot formaat beschikbaar. Deze manier van verbeelden maakt het gesprek concreet en werkt stimulerend. De deelnemers worden op basis van hun expertise ingedeeld bij een themagroep. Iedere groep wordt begeleid door een landschapsarchitect die het gesprek leidt en zorgt dat feiten, wensen en ideeën daadwerkelijk op de kaart landen. Voorafgaand aan het werk in de groepen is er een korte excursie over het landgoed en het eiland Keppel. Tijdens deze wandeling is er de mogelijkheid om elkaar te wijzen op wat er speelt en nader kennis te maken.








Bruikbaar resultaat

Deze aanpak leverde inzicht op in de huidige situatie van het landgoed en het eiland en maakte kansen inzichtelijk. De resultaten van deze eerste schetsdag zijn door ons verwerkt in een verslag dat als basis dient voor een terugkomdag. Tijdens deze terugkomdag werden de meest kansrijke ideeën en thema’s verder uitgewerkt in concrete vervolgacties voor landgoed, gemeente en andere ‘actiehouders’.

Thema’s die aan de orde kwamen, zijn onder andere de Dorpsstraat van Laag-Keppel, duurzame energie, de inrichting van de voormalige moestuin en recreatie. De resultaten van de beide schetsdagen zijn verwerkt in een beeldend verslag. Dit verslag is aangeboden aan de gemeenteraad en dient als basis voor verdere samenwerking tussen landgoed en gemeente.




  • Kenmerken
Kenmerken

Landgoed kasteel Keppel

Locatie: Laag-Keppel, Gelderland

Opdrachtgever: Gemeente Bronckhorst

Partners: Gesprek in Beweging, Eelco Schurer

Status: Advies

Periode: 2017

Thema: Erfgoed, onderzoek, proces


Duurzame kwaliteit voor Kasteel Keppel en de dorpsstraat van Laag-Keppel


Eendragtspolder-Schetsontwerp-Rapport-041215_Pagina_31-1280x868.jpg
Een historische polder vol voorzieningen onder de rook van Rotterdam

Hennipgaarde

Het Wereldkampioenschap Roeien 2016 werd georganiseerd op de Willem Alexander Baan in de Eendragtspolder. De roeibaan is in 2013 aangelegd. In de aanloop naar het WK bleek de aanleg van extra parkeerplaatsen noodzakelijk. Recreatieschap Rottemeren besloot het parkeren te combineren met de aanleg van een recreatief uitloopgebied voor inwoners van Zevenhuizen. In totaal ging het om negen hectare. Studio Ronald van der Heide en Hofstra|Heersche zijn gevraagd bij te dragen aan een participatieproces. Zij stelden ook het ontwerp op. Bureau Dialoogisch was verantwoordelijk voor de invulling van het participatietraject.


Gevarieerde kavels

De historische ontwikkeling van de Eendragtspolder inspireerde de ontwerpers. Van smalle, opstrekkende kavels naar grotere eenheden en uiteindelijk blokken met kaarsrechte kavelpaden. Een schril contrast met de kleinschaligheid rond de bebouwing, die tot halverwege de vorige eeuw in stand bleef.







Intensief traject met omwonenden

Tijdens verschillende bijeenkomsten met bewoners zijn ideeën, bouwstenen en wensen besproken en gedeeld. Onder leiding van Hofstra|Heersche en Studio Ronald van der Heide hebben verschillende inrichtingselementen een plek op de kaart gekregen. Zo ontstond een kleinschalige wereld achter de woningen: een wereld van fruitbomen, plukweides, beweegpolder en een speelpolder. Achter deze wereld opent zich een weids polderpanorama. De kavels zijn hier groter, maar niet zo groot als in de huidige situatie. De percelen kunnen gebruikt worden voor stadslandbouw of biologische landbouw. Ze kunnen ook verpacht worden aan een lokale boer. Als het weidse karakter maar in stand blijft.



Aspect image
Aspect image
Aspect image
Aspect image
Aspect image
Aspect image
Aspect image


Ruimtelijk concept

Het weidse polderlandschap eindigt in een griendenlandschap met stinzenplanten op de bodem en filterend het zicht op het parkeerterrein. Het parkeerterrein is de grootste maat in het ontwerp. De groene aankleding maakt recreatief medegebruik en beweiding mogelijk.

Alle ontwerpelementen worden aaneengeregen door een centraal wandelpad, geflankeerd door brede toegankelijke watergangen. Deze ‘ruggengraat’ van het ontwerp is ietwat verhoogd en richt zich als een vizier op de Eendragtsmolen aan de horizon. Een nieuwe verbinding tussen Zevenhuizen en de Slingerkade.









Samenwerking

Hofstra|Heersche werkte het schetsontwerp, in samenwerking met SmitsRinsma, uit tot een definitief ontwerp met kostenraming. In een intensief traject met bewonersgroepen hebben de speelpolder, educatieve natuurakkers en een ijsbaan hun vorm gekregen. Het startschot voor de aanleg van de laatste fase is in november 2017 gegeven. ‘Hennipgaarde’. Dat is de naam die bewoners dit bijzondere gebied gaven.





  • Kenmerken
Kenmerken

Hennipgaarde

Locatie: Zevenhuizen, Zuid-Holland

Opdrachtgever: G.Z-H

Partners: Studio Ronald van der Heide, SmitsRinsma advies

Status: Uitgevoerd

Periode: 2015-2017

Thema: Recreatie. Bewonersparticipatie. Landbouw.



Uitloopgebied vol voorzieningen voor de inwoners van Zevenhuizen


PB-rapportage-UO-140228hr-def-18-1280x905.jpg
Vergeten groenten in een eeuwenoud landbouwgebied

Park Bredelaar

Park Lingezegen is een groot landschapspark tussen Arnhem en Nijmegen. Binnen dit grote geheel worden de zogenaamde ‘pocketparks’ aangelegd. Park Bredelaar is er één van. Projectbureau Park Lingezegen vroeg Jan Heersche een ontwerp voor dit park te maken. Hij werkte hiervoor samen met de ontwerpers van Vandatsoortdingen|5D. Het zo ontstane, kleurrijke ontwerpteam keek niet alleen met een landschappelijke bril, maar ontwierp ook de details. Van bank tot logo. Na het opheffen van Dienst Landelijk Gebied heeft Hofstra|Heersche het project, samen met Vandatsoortdingen|5D succesvol afgerond.


Bijzondere locatie

Park Bredelaar werd ontwikkeld op een perceel van één hectare. Die hectare is niet zomaar gekozen. Het park beschermt een archeologisch Rijksmonument. De archeologie werd zichtbaar en beleefbaar gemaakt en er werd voor gezorgd dat Park Bredelaar voor recreanten aantrekkelijke is. Welke archeologische vondsten we kunnen verwachten, weten we niet. Wel is bekend dat het gebied al sinds de prehistorie bij de landbouw in gebruik is.







Ruimte voor inbreng

Omdat de aanleg van het park de directe leefomgeving van bewoners beïnvloedt, werden de bewoners zo veel mogelijk bij het ontwerpproces betrokken. De eerste maanden is er op vaste dagen gewerkt vanuit een leegstaande boerderij, grenzend aan het toekomstige park. Zo werd voor bewoners de drempel laag om te komen met suggesties, op- en aanmerkingen of wensen. Tijdens informatieavonden met koffie en gebak werden mensen meegenomen in het ontwerpproces. Zo ontstond wat bewoners later ‘het eerste buurtfeest in de buurt’ noemden.



Verleden komt tot leven

Dit gebied voorzag mensen eeuwenlang van voedsel, van de prehistorie tot nu. Landbouw werd dan ook het inrichtingsthema van het park. Het telen van vergeten groenten en het presenteren van middeleeuwse en romeinse gerechten vormen de link met de archeologie. Het opgehoogde en bol gelegde maaiveld beschermt de archeologische waarden in de bodem. Net zoals al die eeuwen voor het boerenbedrijf zijn voor de inrichting eenvoudige en nuchtere materialen gebruikt. Een centraal ‘picknickkleed’ biedt ruimte voor sport en spel, een paviljoen biedt informatie en panoramisch zicht. In een mobiele kiosk zijn vergeten groenten te koop.






Samenwerking

Hofstra|Heersche en Vandatsoortdingen|5D waren intensief betrokken bij de detaillering en uitvoering van het ontwerp. Bovendien was Hofstra|Heersche betrokken bij de selectie van een beheerteam voor dit bijzondere park.

Inmiddels beheert de Stichting Park Bredelaar het park. Zij teelt vergeten groenten, exploiteert het park, organiseert activiteiten en ondersteunt en promoot eerlijke en duurzame voedsel- en landbouwsystemen. Precies wat de ontwerpers voor ogen hadden. Nieuwsgierig? Kijk op www.parkbredelaar.nl of bezoek het park. Park Bredelaar. Kom. Proef. Beleef. Wij hebben al genoten van de eerste oogst.






  • Kenmerken
Kenmerken

Park Bredelaar

Locatie: Elst, Provincie Gelderland

Opdrachtgever: Projectbureau Park Lingezegen

Opdrachtnemer: DLG / Hofstra|Heersche

Partners: VanDatSoortDingen|5D, Rod’Or, Varix architecten

Status: Uitgevoerd

Periode: 2014 – 2016

Thema: Gebiedsontwikkeling. Recreatie.


Landbouw als cultuurhistorie vormt de basis voor het parkontwerp.


IMG_0130-1280x960.jpg
Voltooiing van monumentaal kasteelpark

Parkbos de Haar

In 2025 is Leidsche Rijn in Utrecht voltooid. Daarmee is het de grootste Vinex-locatie van Nederland. De bewoners, ongeveer 80.000 mensen in zo’n 30.000 woningen, kunnen dan recreëren in een ongeveer 390 hectare groot park. Dienst Landelijk Gebied is verantwoordelijk voor ongeveer 300 hectare hiervan: Groot Groengebied Utrecht, waarvan ook Parkbos De Haar onderdeel is.


Monumentale context

Het ontwerp voor Parkbos De Haar moet aansluiten op het bestaande, monumentale kasteelpark bij Kasteel de Haar. Dit park is aan het begin van de vorige eeuw ontworpen door Henri Copijn in de zogenoemde ‘Engelse landschapsstijl’. Het nieuwe park moet niet alleen voortborduren op het bestaande park maar tegelijkertijd ook een kind van deze tijd zijn. Verder zal het park openbaar toegankelijk worden, terwijl het oorspronkelijke park alleen tegen betaling te bezoeken is. Bovendien moet een bestaand woonlint worden geïntegreerd in het park en is het plaatselijke landschap van de Cope-ontginningen cultuurhistorisch waardevol.







Vanuit het veld

Niels Hofstra en Jan Heersche hebben voor het ontwerp van dit park een werkplek ingericht op het kasteel. Met als redenering dat er op die manier optimaal contact is met de bewoners van het gebied en met het gebied zelf. Een ontwerp dat recht doet aan het al bestaande kasteelpark kan alleen ontstaan op de plek zelf. Met bewoners van het woonlint is, op een zaterdag, een wandeling door het gebied gehouden. Met koffie en gebak. Door het bestuderen van de geschiedenis van het gebied en de verhalen van bewoners, die er soms al generaties wonen, hebben de ontwerpers geprobeerd in de ziel van het landschap te kijken. Het bestaande kasteelpark reikte vervolgens de kapstok voor het nieuwe park aan.

Deze kapstok bestaat uit twee lijnen en een ovale parkweide. De oost-west gerichte Chateletlaan zorgt voor de verbinding met het kasteel, terwijl de noord-zuid gerichte Haarveldselaan de verschillende parkonderdelen met elkaar verbindt. Het park is opgebouwd rondom deze eenvoudige hoofdstructuur.

Verschillende sferen ontstaan door bijzondere beplantingen, forse waterpartijen en bosvlakken, afgewisseld met open plekken en boomgroepen. De Cope-ontginningen zorgen voor afwisseling en ritme, het woonlint wordt een eigen, bijzondere wereld. In het noordelijke weidelandschap met een ontwerp van bijzondere boomgroepen grazen in de zomer de koeien, wie weet kan er in de winter worden geschaatst op de nieuwe vijver.





Het parkbos in onderdelen

Lanenstructuur

De hoofdstructuur van het parkbos kent twee lanen. Het parkbos is rondom deze lanen ontworpen. De laan in noord-zuidrichting, de Haarveldselaan, verbindt de verschillende onderdelen van het park en eindigt op een uitkijkheuvel. De Chateletlaan, is de oost-west verbinding, deze vindt zijn oorsprong voor het chatelet en eindigt bij het Kortjaksepad.

Parkweide en waterstructuur

De ovale parkweide is het hart van het parkbos en gaat intensief gebruikt worden. Hier komen bijzondere plekken en beplantingen en de folly. Men kan hier sporten, wandelen en zonnen. Hoogtepunt is een uitkijkheuvel vanwaar er zicht is op het parkbos en het landschap van het Groene Hart. Er komt in de noordelijke helft van het parkbos een meer open weidelandschap met boomgroepen. Dit deel zal aansluiten op het rustige deel van het bestaande kasteelpark “Klein Limburg”. In het bestaande park van Kasteel de Haar wordt een bordes gemaakt waardoor er uitzicht op het parkbos. De waterstructuur zorgt voor bijzondere plekken, zoals het moeras der cipressen.

Padenstructuur

De door Copijn ontworpen “krakelingvormige” wandelpaden zijn de inspiratiebron geweest voor de padenstructuur in het parkbos. Er wordt gebruik gemaakt van diverse soorten verharding en ook de breedte van de paden verschilt. Deze afwisseling zorgt tijdens de wandeling voor verschillende zichten en sferen. Ook de parkeerplaats wordt volgens dezelfde structuur aangelegd



Aspect image
Aspect image
Aspect image
Aspect image
Aspect image
Aspect image
Aspect image

Cuypers en Copijn

Terwijl Cuypers verantwoordelijk was voor de herbouw van het kasteel was tuinarchitect Henri Copijnbelast met de aanleg van het kasteelpark.

In samenwerking met Cuypers ontwierp hij in de periode tussen 1892 en 1909 een romantisch park in de Engelse Landschapsstijl. Het dorpje Haarzuilens, dat oorspronkelijk aan de voet van het kasteel lag, werd voor de aanleg van het park verplaatst naar de huidige locatie. Overigens werd dit nieuwe dorp gebouwd door dezelfde architecten als die zich bezighielden met de restauratie van het kasteel, waaronder Pierre Cuypers en zijn zoon.

Karakteristiek voor het door Copijn ontworpen park zijn de natuurlijk gevormde, schijnbaar oneindige waterpartijen en de krakelingvormige rondwandelingen in het Noorder- en Zuiderpark. Rondom het kasteel is er ruimte voor meer formele elementen als een Grand Canal, een Romeinse tuin en verschillende parterres.

Om het park direct na aanleg al een enigzins volwassen uiterlijk te geven werden volgroeide bomen van de Utrechtse Heuvelrug gehaald en geplant in het nieuwe park. Dat hiervoor in de stad Utrecht enige huizen gesloopt moesten worden deed blijkbaar niet terzake.

Oorspronkelijk was het de bedoeling om een groter terrein als park in te richten. Copijn heeft hiervoor ook een ontwerp gemaakt, waarbij het kasteel middelpunt van het park was. Door geldgebrek is uiteindelijk echter maar de helft van het ontwerp ten uitvoer gebracht.



  • Kenmerken
Kenmerken

Parkbos De Haar

Locatie: Haarzuilens, Utrecht

Opdrachtgever: Gebiedscommissie Utrecht-West

Opdrachtnemer: DLG

Partners: Michael van Gessel, Ronald Buiting

Status: Definitief ontwerp, deels uitgevoerd door derden

Periode: 2009-2011

Thema: Gebiedsontwikkeling. Recreatie. Erfgoed.


Monumentaal kasteelpark nadert voltooiing


P1050478-1280x1707.jpg
Vroegere sferen samengebracht in herstelplan

Landgoed Wulperhorst

Na de Franse tijd groeide Zeist uit tot de parel van de Stichtse Lustwarande. Een indrukwekkend lint van bijna zevenhonderd landgoederen en buitenplaatsen strekt zich uit langs de flanken van de Utrechtse heuvelrug. Landgoed Wulperhorst is een van deze landgoederen. Samen met slot Zeist en de landgoederen Blikkenburg en Schoonoord vormt Wulperhorst de ‘groene driehoek’ van Zeist. Landgoed Wulperhorst is in bezit van Stichting het Utrechts Landschap. Deze stichting vroeg Dienst Landelijk Gebied een herstelplan op te stellen voor de parkaanleg op het landgoed. Niels Hofstra en Jan Heersche pakten dit project gezamenlijk op.


Stichtse Lustwarande

Landgoed Wulperhorst is gebouwd in de tweede helft van de achttiende eeuw in de formele en symmetrische opzet van de Franse stijl. Een rechthoekige slotgracht rond het hoofdhuis stond via een Grand Canal in verbinding met de zuidelijk gelegen Kromme Rijn. Het geheel was zo goed te bereiken vanuit Utrecht.







Nieuw elan

Halverwege de negentiende eeuw kwamen slot Zeist, Blikkenburg en Wulperhorst in het bezit van patriciërsfamilie Huydecoper. Landgoed Wulperhorst, de laatste toevoeging aan het familiebezit, werd grondig getransformeerd. Zo wordt het witte, neoklassieke huis is in 1858 door architect S.A. van Lunteren gebouwd op de locatie van de oorspronkelijke woning. In tegenstelling tot de eerdere woning wordt het front ditmaal gericht op slot Zeist. Tuinarchitect K.G. Zocher krijgt de opdracht de formele parkaanleg achter slot Zeist om te vormen tot een meer landschappelijke parkaanleg. Ook ontwerpt hij een nieuw hoofdhuis en park voor landgoed Blikkenburg. Tot slot tekent hij een netwerk van slingerende wandelpaden en zichtlijnen die elk van de landgoederen met elkaar verbindt.



Vergane glorie

Vandaag de dag ziet het park van Wulperhorst er verwaarloost uit. Lanen zijn in verval, zichtlijnen overgroeid en het Grand Canal is vergeten. Provisorisch aangelegde bruggetjes vormen de schakels in een wandelroute. Het Utrechts Landschap vroeg ons een inrichtingsplan op te stellen dat het landgoed een nieuwe impuls geeft qua gebruik en beleefbaarheid.








Verleden komt tot leven

In overleg met de monumentencommissie zijn we gekomen tot een samenhangende aanpak die recht doet aan de verschillende tijdslagen op het landgoed: de relicten uit de formele Franse stijl laten we contrasteren met de landschappelijke parkaanleg van Zocher. Het resultaat is een ‘huwelijk’ tussen beide stijlen, in een eigentijds en eigenzinnig ontwerp. In een gedetailleerd inrichtingsplan zijn alle voorstellen gedetailleerd uitgewerkt. Samen met architect Wim Wijsman hebben we een reeks bruggen ontwikkeld van cortenstaal die het unieke Grand Canal weer tevoorschijn halen.




  • Kenmerken
Kenmerken

Landgoed Wulperhorst

Locatie: Zeist, Utrecht

Opdrachtgever: Gebiedscommissie Groenraven Oost

Opdrachtnemer DLG

Partners: Utrechts Landschap

Status: Inrichtingsplan

Periode: 2008

Thema: Erfgoed. Landschap. Inrichting.


Vergane stijlen geaccentueerd op heringericht landgoed